ECLI:NL:RBSGR:2005:AU1179

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
18 augustus 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
KG 05/896
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • R.J. Paris
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie geëist door radio- en tv-persoonlijkheid na onrechtmatige uitlatingen

In deze zaak vorderde [v. P.], een bekende radio- en tv-persoonlijkheid, rectificatie van uitlatingen die door Radio Noordzee en [S] waren gedaan in een radioprogramma. De uitlatingen suggereerden dat [v. P.] een wanbetaler was en dat zijn bedrijf in financiële problemen verkeerde. [v. P.] stelde dat deze uitlatingen onrechtmatig waren en eiste rectificatie en schadevergoeding. De voorzieningenrechter oordeelde dat de uitlatingen van [S] en Radio Noordzee niet als onrechtmatig konden worden gekwalificeerd. De rechter weegt de belangen van [v. P.] bij bescherming van zijn eer en goede naam tegen de vrijheid van meningsuiting van [S] en de persvrijheid van Radio Noordzee. De rechter concludeert dat de uitlatingen voldoende feitelijke grondslag hadden en dat de belangenafweging in het voordeel van [S] en Radio Noordzee uitviel. De vorderingen van [v. P.] werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis werd uitgesproken op 18 augustus 2005.

Uitspraak

RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
sector civiel recht - voorzieningenrechter
Vonnis in kort geding van 18 augustus 2005,
gewezen in de zaak met rolnummer KG 05/896 van:
1. de besloten vennootschap [C. v. P.] Eventions B.V.,
gevestigd te [plaats] (gemeente [gemeente]),
2. [C. v. P.],
wonende te [woonplaats],
eisers,
procureur mr. M.J. Mons,
advocaat mr. J.C.M. Bonnier te Wijchen,
tegen:
1. [T. F. S.],
wonende te [woonplaats],
procureur mr. A.B. Baumgarten,
advocaat prof. mr. H. Loonstein te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap Noordzee 100.7 FM B.V.,
gevestigd te Naarden,
procureur mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt,
advocaat mr. K.Th.M. Stöpetie te Amsterdam,
gedaagden.
Eisers zullen in het navolgende worden aangeduid als '[v. P.] BV' en '[v. P.]' en gezamenlijk als '[v. P.] c.s.'. Gedaagden zullen worden aangeduid als '[S]' en 'Radio Noordzee'.
1. De feiten
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 11 augustus 2005 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
1.1. [v. P.] is een zogenaamde bekende radio- en tv-persoonlijkheid. [v. P.] drijft voorts een evenementenbureau, [v. P.] BV.
1.2. Bij vonnis van 30 maart 2005 is [v. P.] BV door de rechtbank Amsterdam, sector kanton - locatie Hilversum onder meer veroordeeld (uitvoerbaar bij voorraad) om aan [S] een bedrag van € 10.130,64 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juni 1995 tot de dag van voldoening. [v. P.] BV heeft hoger beroep ingesteld van dit vonnis.
1.3. Bij dagvaarding van 6 juni 2005 heeft [v. P.] BV [S] in kort geding gedagvaard bij de rechtbank Amsterdam en gevorderd, kort gezegd, dat [S] op straffe van een dwangsom zal worden verboden het vonnis van 30 maart 2005 te executeren in afwachting van een onherroepelijke uitspraak in hoger beroep.
1.4. Op 7 juni 2005 heeft [S] uit hoofde van het vonnis van 30 maart 2005 executoriaal beslag laten leggen op de kantoorinventaris van [v. P.] BV. De executie is aangezegd tegen 14 juli 2005.
1.5. In het radioprogramma 'Showtime' van Radio Noordzee van dinsdag 28 juni 2005 is op of omstreeks 08.35 uur het navolgende uitgezonden:
[Voice-over:] "[C. v. P.] weigert te betalen. Het bedrijf van de oud-presentator, Intershow, verkeert kennelijk in financieel zwaar weer. Zijn huis aan het water zou al twee jaar te koop staan voor zo'n 1,4 miljoen euro. Rekeningen blijven onbetaald. Eén van de schuldeisers is [S] uit [woonplaats]. Hij krijgt nog ettelijke duizenden euro's van [C. v. P.]."
[ [S]:] "Ik wil hem...euh...als ik hem kan laten omvallen, zal ik dat niet laten. Maar hij wringt zich in alle bochten om onder schulden uit te komen. Hij is door een rechter veroordeeld tot betalen en wij zijn beslag gaan leggen. Uiteindelijk beslag, met de politie erbij, heb ik moeten laten leggen op de inboedel die wordt 16 juli, meen ik, geveild. Nog steeds verzet hij zich. En hij heeft een kort geding aangespannen. Dat heeft gediend eind vorige week en volgens mijn advocaat heeft hij dat ook zeker verloren. Dat betekent dat de kosten alleen maar oplopen voor hem. En euh, ja ik zal de stekker er uit trekken als ik nog een tweede schuldeiser vind."
[Voice-over:] "[C. v. P.] was niet bereikbaar voor commentaar."
1.6. In het radioprogramma 'Goedemorgen Gordon' van Radio Noordzee van dinsdag 28 juni 2005 is om of omstreeks 09.35 uur het navolgende uitgezonden:
[Winston Gerschtanowitz:] "We gaan eerst nog even praten met [C. v. P.]. We meldden net al dat hij in een kort geding zou zitten met een schuldeiser die niet zo goed over hem praat. Nou kunnen wij het hem natuurlijk het beste even zelf vragen. [C.] goedemorgen!"
[[C. v. P.]:] "Goedemorgen."
[Winston Gerschtanowitz:] "C een hoop onzin waarschijnlijk omtrent jouw persoon. Iemand die zegt dat jij hem niet helemaal netjes heb behandeld. Hoe zit het nou precies?"
[[C. v. P.]:] "Nou ja. Er zijn mensen die leven in hun eigen waarheid. Zullen we het daar op houden?"
[Winston Gerschtanowitz:] "Ja. Kortom jij zegt hierbij dus die man moet lekker doen wat hij wil maar het is volslagen onzin?"
[[C. v. P.]:] "Nou kijk er speelt inderdaad een kleinigheid. Er is een rechtszaak tussen ons maar het gaat over heel weinig geld. Daar gaat het om te beginnen over. Het is gewoon een principiële kwestie. Ik ben iemand die staat voor mijn principes. En dat laten we gewoon de rechter beoordelen. Nogmaals. Het gaat over eigenlijk weinig geld. Maar ja. Ik bedoel. Ik hoor hem ook vertellen dat mijn huis en hij heeft het over mijn bedrijf. Het gaat privé zowel als zakelijk me zo voor de wind. Dat kan ik je niet vertellen dus waar zou ik me druk over maken."
[Winston Gerschtanowitz:] "Dat ben ik in principe met je eens maar wij hebben begrepen dat het over 20.000 euro zou gaan. Dat is toch... euh. Klopt dat?"
[[C. v. P.]:] "Het gaat echt over minder hoor."
[Winston Gerschtanowitz:] "OK. Heel goed."
[[C. v. P.]:] "Echt over veel minder zelfs."
[Winston Gerschtanowitz:] "Verwacht je dat die man ... Jij verwacht dus uit jouw woorden begrijpend dat die man gewoon gaat verliezen?"
[[C. v. P.]:] "Maar goed luister even. Al zou het over 20.000 euro gaan. Als je een florerend bedrijf hebt zoals ik dat heb, dan komen we daar ook wel overheen hoor."
[Winston Gerschtanowitz:] "Ja. Nou OK. Gelukkig maar te horen dat het minder erg is als gesuggereerd werd."
[[C. v. P.]:] "Ja zo is dat absoluut."
[Winston Gerschtanowitz:] "Want wij gunnen jou natuurlijk als collega's gewoon het beste."
[[C. v. P.]:] "Dank je wel."
[Winston Gerschtanowitz:] "OK C. Dank voor je reactie."
[[C. v. P.]:] "OK. "
1.7. In het radioprogramma 'Showtime' van Radio Noordzee van dinsdag 28 juni 2005 is om of omstreeks 12.30, 17.30 en 21.30 uur en die nacht om of omstreeks 03.30 uur het navolgende uitgezonden:
[Voice-over:] "[C. v. P.] wil uit principe niet betalen. De oud-presentator zou in financieel zwaar weer verkeren. De schulden zouden zich opstapelen. Eén van de schuldeisers is [S] uit [woonplaats]. Hij krijgt nog duizenden euro's van [C. v. P.]."
[S]:] "Ik wil hem ...euh ..als ik hem kan laten omvallen, zal ik dat niet laten. Maar hij wringt zich in alle bochten om onder schulden uit te komen. Hij is door een rechter veroordeeld tot betalen en wij zijn beslag gaan leggen. Uiteindelijk beslag, met de politie erbij, heb ik moeten laten leggen op de inboedel die wordt 16 juli, meen ik, geveild. Nog steeds verzet hij zich. En hij heeft een kort geding aangespannen. Dat heeft gediend eind vorige week en volgens mijn advocaat heeft hij dat ook zeker verloren. Dat betekent dat de kosten alleen maar oplopen voor hem. En euh, ja ik zal de stekker er uit trekken als ik nog een tweede schuldeiser vind."
[Voice-over:] "C ontkent niet dat er een akkefietje is maar het is volgens hem niet zoals [S] beweert."
[[C. v. P.]:] "Nou kijk er speelt inderdaad een kleinigheid. Er is een rechtszaak tussen ons maar het gaat over heel weinig geld. Daar gaat het om te beginnen over. Het is gewoon een principiële kwestie. Ik ben iemand die staat voor mijn principes. En dat laten we gewoon de rechter beoordelen."
[Voice-over:] "De oud-presentator verkeert volgens zichzelf helemaal niet in zwaar weer. [v. P.] beweert zelfs het tegendeel."
[[C. v. P.]:] "Het gaat privé zowel als zakelijk me zo voor de wind. Dat kan ik je niet vertellen dus waar zou ik me druk over maken. "
1.8. Bij vonnis van 7 juli 2005 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam de hiervoor onder 1.3 genoemde vordering afgewezen.
1.9. Op 8 juli 2005 heeft [v. P.] BV de met executie belaste deurwaarder betaald.
2. De vorderingen, de gronden daarvoor en het verweer
[v. P.] vordert na eiswijziging - zakelijk weergegeven -
- Radio Noordzee te gebieden een rectificatie uit te spreken bij monde van de presentator van het eerstvolgende programma na betekening van dit vonnis dat op de dinsdagochtend wordt uitgezonden, om of omstreeks 08.35 uur, met de tekst: "Op dinsdag 28 juni jl. hebben wij in dit programma aandacht besteed aan een geschil dat is ontstaan tussen de heer [S] en de bekende radio- en tv-persoonlijkheid [C. v. P.]. Daarbij hebben wij gesuggereerd dat [C. v. P.] een wanbetaler zou zijn, dat het met zijn bedrijf slecht zou gaan en dat [v. P.] zijn huis vanwege financiële problemen te koop zou hebben gezet. Niets van dit alles is waar. In een door [v. P.] tegen ons aangespannen kort geding is hij in het gelijk gesteld en heeft de rechter beslist dat onze uitlatingen en suggesties onrechtmatig waren. De rechter heeft daarom bepaald dat wij de door ons gedane uitlatingen terug moeten nemen, hetgeen wij bij deze doen. Wij zijn bovendien veroordeeld om, samen met [S], aan [v. P.] al vast een voorschot te betalen op de door hem geleden schade. Wij betreuren het zeer dat [v. P.], zowel als persoon als in zijn bedrijfsvoering door ons toedoen schade hebben opgelopen en bieden hem hierbij dan ook onze welgemeende excuses aan.";
- Radio Noordzee te gebieden om in datzelfde programma, direct na de rectificatie van Radio Noordzee zelf, aan [S] de gelegenheid te bieden, en in dit kader [S] te veroordelen zulks ook te doen, om een rectificatie uit te spreken met de volgende tekst: "Ik heb inderdaad gezegd dat [v. P.] zich in allerlei bochten zou wringen om onder schulden uit te komen. Hiermee heb ik de suggestie gewekt dat [v. P.] een wanbetaler zou zijn. Ik moet toegeven dat dat niet waar is. De rechter heeft inmiddels bepaald dat ik door mijn uitlatingen [v. P.] in zijn eer en goede naam heb aangetast, waarvoor ik hierbij mijn oprechte excuses aanbied.";
- [S] en Radio Noordzee hoofdelijk te veroordelen tot het betalen van een voorschot ad € 30.000,-- op de uiteindelijke schadevergoeding en wel binnen twee weken na betekening van dit vonnis;
- [S] en Radio Noordzee elk te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 5.000,-- voor iedere dag of een gedeelte daarvan, indien zij in gebreke blijven om aan de inhoud van dit vonnis te voldoen
Daartoe voeren [v. P.] c.s. - zakelijk weergegeven - het volgende aan.
De uitlatingen van [S] zijn onwaar. [v. P.] probeert zich niet te onttrekken aan zijn schulden: [v. P.] BV heeft de toegewezen vordering van [S] keurig voldaan. [S] had Radio Noordzee voor commentaar dienen te verwijzen naar zijn advocaat.
De door Radio Noordzee uitgezonden aankondiging kan worden gekwalificeerd als groots opgeblazen stemmingmakerij. Daarbij is ten onrechte een verband gelegd tussen het te koop staande huis van [v. P.] en het geschil met [S]. Voorts is ten onrechte gesuggereerd dan [v. P.] c.s. in financieel zwaar weer zouden verkeren.
Radio Noordzee is puur afgegaan op een 'tip' en heeft zelf geen enkel onderzoek gedaan naar het waarheidsgehalte van de beweringen van [S]. Radio Noordzee heeft niet de moeite genomen [v. P.] voor de uitzending van 08.35 uur te benaderen voor commentaar, terwijl hij wel bereikbaar was.
De litigieuze uitlatingen van [S] en Radio Noordzee zijn te kwalificeren als laster in de zin van artikel 262 j° 261 Wetboek van Strafrecht en zijn als zodanig onrechtmatig jegens [v. P.] c.s. Voorts handelt Radio Noordzee onrechtmatig jegens [v. P.] c.s., doordat zij in strijd met de vereiste zorgvuldigheid het journalistieke beginsel van hoor en wederhoor heeft geschonden. Als gevolg van voornoemde uitlatingen lijden [v. P.] c.s. materiële en immateriële schade. De uitzendingen hebben een direct negatief effect op de orderportefeuille van [v. P.] BV en de reputatie van [v. P.].
[S] en Radio Noordzee voeren gemotiveerd verweer dat hierna, voorzover nodig, zal worden besproken.
3. De beoordeling van het geschil
3.1. Bij de beoordeling van het onderhavige geschil dient het belang van [v. P.] c.s. om niet op onrechtmatige wijze door uitingen in de media te worden blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen te worden afgewogen tegen de belangen van [S] bij vrijheid van meningsuiting en het belang van Radio Noordzee bij persvrijheid. Daarbij dient in ogenschouw te worden genomen dat deze vrijheden meebrengen dat negatieve publiciteit en uitlatingen ten nadele van [v. P.] c.s. niet reeds daardoor zonder meer onrechtmatig zijn. Wel geldt dat deze op voldoende feitelijke grondslag dienen te berusten en niet onnodig denigrerend mogen zijn.
3.2. In de gewraakte uitzending van Radio Noordzee van 08.35 uur heeft [S] zich uitgelaten over de opstelling van [v. P.] c.s. naar aanleiding van het (uitvoerbaar bij voorraad verklaarde) vonnis van de kantonrechter te Hilversum van 30 maart 2005. [v. P.] c.s. stellen in de eerste plaats dat er geen feitelijke grondslag is voor de bewering van [S] dat [v. P.] BV onder haar schulden probeert uit te komen, omdat [v. P.] BV de toegewezen vordering van [S] inmiddels heeft voldaan. [S] heeft ter afwering van de vorderingen van [v. P.] c.s. aangevoerd dat hij de waarheid heeft gesproken en dat daarbij geen grenzen zijn overschreden.
3.3. Het verweer van [S] slaagt. [v. P.] c.s. hebben niet betwist dat [v. P.] BV de vordering van [S] niet vrijwillig heeft voldaan, doch eerst nadat de deurwaarder in opdracht van [S] executoriaal beslag op de kantoorinventaris van [v. P.] BV had gelegd. Voorts staat vast dat [v. P.] BV in kort geding tevergeefs heeft getracht executie daarvan te voorkomen. Tegen deze achtergrond kan niet gezegd worden dat de uitlating van [S] feitelijke grondslag mist. Daarbij speelt nog een rol dat [v. P.] in de uitzending van 09.35 uur in dit verband zelf heeft aangegeven dat de zaak voor hem 'een principiële kwestie' is. Voorts is niet gebleken dat voornoemde uitlating van [S] onnodig denigrerend is. De opmerking van [S] met betrekking tot een mogelijke faillissementsaanvraag maakt dit niet anders, nu hij enkel heeft aangeven dat hij (kennelijk in zijn hoedanigheid van onbetaalde crediteur van [v. P.] BV) zonodig gebruik zal maken van de mogelijkheden die hem uit hoofde van de Faillissementswet bij weigerachtige debiteuren ten dienste staan.
3.4. Volgens [v. P.] c.s. heeft ook Radio Noordzee zich schuldig gemaakt aan onrechtmatig handelen. Overwogen wordt als volgt. Onbetwist is dat [v. P.] als een 'bekende Nederlander' dient te worden beschouwd en zich ook als zodanig profileert. Publiciteit rondom zijn persoon maakt daarmee deel uit van zijn marktwaarde. Dit brengt mee dat hij zich een grotere belangstelling van de media dient te laten welgevallen dan de doorsnee burger. In het licht hiervan is de voorzieningenrechter van oordeel dat de directe en/of indirecte betrokkenheid van [v. P.] bij een langdurige juridische procedure met [S] en de nasleep daarvan (zie hiervoor 3.2) voldoende nieuwswaarde hebben om de uitzending van een item daarover in een radioprogramma te kunnen rechtvaardigen. Voorts is de door Radio Noordzee gekozen opzet en formulering van de door de voice-over ingesproken aankondiging onder de gegeven omstandigheden niet zonder meer onbegrijpelijk te noemen en naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende genuanceerd. De stelling van [v. P.] c.s. dat ook Radio Noordzee hen in hun eer en goede naam heeft aangetast, wordt derhalve verworpen.
3.5. De stelling dat Radio Noordzee het beginsel van hoor en wederhoor zou hebben geschonden deelt dit lot, nu Radio Noordzee voldoende gemotiveerd heeft betwist dat zij zou hebben nagelaten [v. P.] voor commentaar te benaderen en dit geding zich niet leent voor uitgebreide bewijsvoering. Bovendien heeft [v. P.] heeft tijdens de uitzending van 09.35 uur in een vraaggesprek met de presentator ruimschoots gereageerd op de uitlating van [S]. Voorzover al sprake zou zijn van een schending van hoor en wederhoor in de uitzending van 08.35 uur, heeft Radio Noordzee deze omissie met de uitzending van 09.35 uur voldoende hersteld. Voorts is het gesprek met [v. P.] (in verkorte vorm) herhaald in de uitzendingen van 12.30, 17.30 en 21.30 uur en die nacht om of omstreeks 03.30 uur.
3.6. Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de uitlatingen van [S] en de gewraakte uitzendingen van Radio Noordzee niet als onrechtmatig kunnen worden gekwalificeerd en dat bovendien de hiervoor onder 3.1 genoemde belangenafweging in het voordeel van [S] en Radio Noordzee dient uit te vallen. De vorderingen van [v. P.] c.s. zullen derhalve worden afgewezen.
3.7. [v. P.] c.s. zullen, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
4. De beslissing
De voorzieningenrechter:
wijst het gevorderde af;
veroordeelt [v. P.] c.s. in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van [S] begroot op € 1.060,--, waarvan € 816,-- aan salaris procureur en € 244,-- aan griffierecht, en aan de zijde van Radio Noordzee begroot op € 1.060,--, waarvan € 816,-- aan salaris procureur en € 244,-- aan griffierecht.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J. Paris en uitgesproken ter openbare zitting van 18 augustus 2005 in tegenwoordigheid van de griffier.
mlh