ECLI:NL:RBSGR:2005:AU3695
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.A.H. Schifferstein
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning regulier voor medische behandeling wegens ontbreken mvv
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 23 september 2005 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier met als doel medische behandeling. Eiser, een Iraanse nationaliteit, had zijn aanvraag ingediend, maar deze was afgewezen door de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie wegens het ontbreken van een geldige machtiging tot voorlopig verblijf (mvv). Eiser heeft beroep ingesteld tegen deze afwijzing, waarbij hij zich beroept op artikel 17, eerste lid, aanhef en onder c, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000), dat vrijstelling van het mvv-vereiste mogelijk maakt voor vreemdelingen die om gezondheidsredenen niet in staat zijn te reizen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Minister in zijn besluit onvoldoende rekening heeft gehouden met de medische situatie van eiser, die lijdt aan schizofrenie en 24 uur per dag begeleiding nodig heeft. Het Bureau Medische Advisering (BMA) had in een advies aangegeven dat eiser onder bepaalde voorwaarden in staat is te reizen, maar dat er ook medische begeleiding noodzakelijk is. De rechtbank oordeelt dat de Minister niet aannemelijk heeft gemaakt dat eiser, gezien zijn gezondheidstoestand, verantwoord kan verblijven in Iran in afwachting van zijn mvv-aanvraag.
De rechtbank heeft het bestreden besluit van de Minister vernietigd wegens strijd met artikel 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het beroep van eiser gegrond verklaard. De rechtbank heeft de Minister opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak. Tevens is de Minister veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 644,--, en dient het betaalde griffierecht van € 136,-- aan eiser te worden vergoed.