ECLI:NL:RBSGR:2005:AU5191
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.P.F. Slijpen
- I. Selanno
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2003 na bezwaar van eiser
In deze zaak gaat het om de uitspraak van de Rechtbank 's-Gravenhage van 22 september 2005, waarin de rechtbank oordeelt over de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen die aan eiser is opgelegd voor het jaar 2003. Eiser had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, die was gebaseerd op een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 39.381. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser in 1997 een eerste ondernemingshandeling heeft verricht door voorraden, inventaris, machines en immateriële goederen aan te kopen, evenals het overnemen van vijf werknemers van B B.V. Dit leidde tot de conclusie dat er sprake was van een onderneming in de zin van artikel 6 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964.
De rechtbank heeft de stelling van verweerder verworpen dat eiser niet de intentie had om het bedrijf zelf te exploiteren. De rechtbank oordeelt dat eiser aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij het sluiten van de overeenkomst het oogmerk had om een onderneming te beginnen en voordeel te behalen. De rechtbank heeft ook de argumenten van verweerder, die stelde dat eiser te laat actie had ondernomen om de overname te financieren, niet overtuigend gevonden. De rechtbank concludeert dat er sprake is van een bron van inkomen en dat de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen moet worden herzien.
De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en de belastingaanslag vastgesteld op een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 20.470. Tevens is bepaald dat de Staat der Nederlanden het door eiser betaalde griffierecht van € 37 moet vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheden tot hoger beroep en cassatie.