ECLI:NL:RBSGR:2005:AU7652

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
2 september 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
AWB 05/34873, 05/34874
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G.P. Nieuwenhuis
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van vrijheidsbeperkende maatregelen op basis van de Vreemdelingenwet 2000

In deze zaak gaat het om de beoordeling van vrijheidsbeperkende maatregelen die zijn opgelegd aan eisers, een Syrische familie, op basis van de artikelen 54 en 56 van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank 's-Gravenhage heeft op 2 september 2005 uitspraak gedaan in de bodemzaak, waarin de eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde de heer H. Swart, in beroep zijn gekomen tegen de maatregelen die hen zijn opgelegd. De maatregelen zijn opgelegd omdat eisers volgens de verweerder geen rechtmatig verblijf hebben en de openbare orde in het geding zou zijn, aangezien zij niet voldaan hebben aan hun verplichting om Nederland uit eigen beweging te verlaten.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers zich niet in het Vertrekcentrum Ter Apel bevinden, maar dat de beschikkingen waarin de maatregelen zijn opgelegd nog steeds van kracht zijn. Dit betekent dat de maatregelen niet feitelijk ten uitvoer worden gelegd, maar dat dit niet afdoet aan het belang van de beoordeling van de beroepen. De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van de beroepen beoordeeld en geconcludeerd dat de eisers, ondanks hun afwezigheid in het Vertrekcentrum, nog steeds belang hebben bij de beoordeling van hun beroep.

Eisers hebben aangevoerd dat zij niet terug kunnen naar hun land van herkomst vanwege de dreiging voor hun leven en dat hun kind last heeft van spanningen door de situatie. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat deze argumenten onvoldoende zijn om de gronden van de opgelegde maatregelen te betwisten. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verweerder terecht heeft besloten om de maatregelen op te leggen en heeft de beroepen ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Nieuwenhuis en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van mr. K.M. Dijkman als griffier.

Uitspraak

RECHTBANK te ‘s-GRAVENHAGE
nevenzittingsplaats Zwolle
sector vreemdelingenrecht
regnr.: Awb 05/34873 en Awb 05/34874
UITSPRAAK
op de beroepen tegen de maatregelen op grond van artikel 54 en 56 Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000), toegepast ten aanzien van de vreemdelingen genaamd althans zich noemende:
A,
geboren op [...] 1970,
B,
nationaliteit Syrische,
mede namens hun minderjarige kind,
IND dossiernummer 0005.22.8035,
gemachtigde de heer H. Swart
eisers,
tegen
DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE,
vertegenwoordigd door mr. N. el Aïdi,
ambtenaar bij de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND),
verweerder.
1 Procesverloop
Bij beschikkingen van 1 augustus 2005 is aan eisers een maatregel ex artikel 54 en 56 Vw 2000 opgelegd.
Bij brief van 2 augustus 2005 hebben eisers hiertegen beroep ingesteld.
De beroepen zijn behandeld ter zitting van 29 augustus 2005. Eiser is niet verschenen, Eiseres is wel verschenen. Zij heeft zich bij laten bijstaan door de heer Swart. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen
2 Overwegingen
De rechtbank ziet zich allereerst gesteld voor de vraag of de beroepen ontvankelijk zijn.
Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat de heer Swart die de beroepen heeft ingesteld niet door eisers bepaaldelijk is gevolmachtigd om namens hen de beroepen in te stellen. Gelet hierop verzoekt verweerder de rechtbank de beroepen niet ontvankelijk te verklaren. Subsidiair stelt verweerder dat de beroepen niet ontvankelijk dienen te worden verklaard omdat gebleken is dat eisers niet in het Vertrekcentrum te Ter Apel verblijven. De opgelegde maatregelen worden dus niet feitelijk ten uitvoer gelegd en eisers hebben derhalve geen belang bij beoordeling van de ingestelde beroepen.
De rechtbank stelt vast dat in de beroepschriften staat vermeld dat de beroepen zijn ingesteld namens de familie A. De rechtbank is er derhalve vanuit gegaan dat de heer Swart als bijzonder gemachtigde van eisers kan worden aangemerkt. De rechtbank heeft om die reden dan ook niet verzocht om een schriftelijke machtiging. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat dit er niet toe leidt dat de beroepen niet ontvankelijk zijn.
Voorts is gebleken dat eisers zich niet in het Vertrekcentrum Ter Apel bevinden en dat de opgelegde maatregelen dus niet daadwerkelijk ten uitvoer worden gelegd. Dit neemt evenwel niet weg dat de beschikkingen waarin de maatregelen zijn opgelegd nog immer van kracht zijn. Verweerder heeft ter zitting ook aangegeven deze beschikkingen te handhaven en niet voornemens te zijn deze in te trekken. De omstandigheid dat de maatregelen thans niet feitelijk ten uitvoer (kunnen) worden gelegd brengt niet met zich dat eisers om die reden geen belang meer hebben bij de beoordeling van hun beroep.
Gelet op het bovenstaande zijn de beroepen ontvankelijk.
De rechtbank zal beoordelen of de maatregelen ex artikel 54 en 56 Vw 2000 ten aanzien van eisers in rechte stand kunnen houden.
Verweerder heeft zich blijkens de maatregel op het standpunt gesteld dat eisers geen rechtmatig verblijf hebben en dat de maatregel wordt gevorderd door het belang van de openbare orde omdat eisers niet voldaan hebben aan hun rechtsplicht om uit eigen beweging Nederland te verlaten. Eisers hebben aangevoerd dat zij niet terug kunnen naar hun land van herkomst omdat zij daar hebben te vrezen voor hun leven. Voorts hebben zij aangevoerd dat hun kind last heeft van spanningen en dat een verblijf in het Vertrekcentrum Ter Apel slecht is voor hun kind.
De rechtbank is van oordeel dat eisers hiermee onvoldoende de gronden van de maatregel ex artikel 54 en 56 Vw 2000 hebben betwist. Verweerder heeft naar het oordeel van de rechtbank dan ook kunnen besluiten om deze maatregelen op te leggen.
De beroepen zijn ongegrond.
3 BESLISSING
De rechtbank
- verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Nieuwenhuis en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. K.M. Dijkman als griffier op 2 september 2005
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.
Afschrift verzonden: 2 september 2005