ECLI:NL:RBSGR:2005:AU8311
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Von Maltzahn
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van Dexia voor schending van zorgplicht in aandelenlease-overeenkomst
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage op 27 september 2005 uitspraak gedaan in een geschil tussen Dexia Bank Nederland N.V. en een gedaagde partij, die een aandelenlease-overeenkomst had afgesloten met Dexia. De overeenkomst, genaamd 'WinstVerDriedubbelaar', werd op 13 september 1999 gesloten en had een looptijd van 36 maanden. De gedaagde had de verschuldigde maandtermijnen voldaan, maar na afloop van de overeenkomst bleek er een restschuld van € 6.641,47 te zijn, die de gedaagde niet had voldaan. Dexia vorderde betaling van deze restschuld, vermeerderd met rente en proceskosten.
De gedaagde verweerde zich tegen de vordering van Dexia en deed een beroep op dwaling en schending van de zorgplicht door Dexia. De kantonrechter oordeelde dat Dexia tekortgeschoten was in haar zorgplicht jegens de gedaagde, omdat zij niet had onderzocht of de gedaagde in staat was om de financiële risico's van de overeenkomst te dragen. De kantonrechter stelde vast dat Dexia niet had ingegrepen toen de aandelenkoersen daalden, wat had geleid tot een negatief saldo voor de gedaagde.
Uiteindelijk werd de vordering van Dexia in conventie afgewezen, terwijl in reconventie de gedaagde recht had op terugbetaling van 75% van haar inleg, wat neerkwam op € 3.105,--. Dexia werd ook veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde. De uitspraak benadrukt de bijzondere zorgplicht van banken zoals Dexia in het kader van aandelenlease-overeenkomsten en de verantwoordelijkheid van de bank om haar klanten te beschermen tegen onredelijke financiële risico's.