2. Op grond van hetgeen door partijen over en weer is gesteld en blijkt uit overgelegde stukken, een en ander voorzover niet of onvoldoende weersproken en in deze zaak van belang, kan van het volgende worden uitgegaan:
a. Dexia is rechtsopvolgster onder algemene titel van de te Amsterdam gevestigde Bank Labouchère N.V., mede handelende onder de naam "Legio", die op haar beurt rechtsopvolgster was van Legio Lease B.V. Uit dien hoofde is Dexia met betrekking tot de hierna vermelde overeenkomst in alle rechten en verplichtingen van Bank Labouchère N.V. en Legio-Lease B.V. getreden. Beide rechtsvoorgangers worden hierna eveneens aangeduid als Dexia.
b. Gedagtekend 7 april 2000 hebben Dexia en [gedaagde] een aandelenlease-overeenkomst gesloten met de naam "WinstVerDriedubbelaar", contractnummer 74484272 (hierna: de overeenkomst).
c. Op de overeenkomst zijn de Bijzondere Voorwaarden Effecten Lease (hierna: de Bijzondere Voorwaarden) van toepassing. d. De overeenkomst had een looptijd van 36 maanden en hield het volgende in:
[gedaagde] leasde van Dexia drie pakketten aandelen (in de overeenkomst aangeduid als "de waarden") van telkens 59 aandelen ABN AMRO, 59 aandelen Ahold en 59 aandelen ING, waarvan het eerste pakket is aangekocht direct na totstandkoming van de overeenkomst, het tweede pakket 12 maanden later en het derde pakket 24 maanden later, voor een totaalbedrag van driemaal € 6.501,21 = € 19.503,63.
De totale leasesom, inclusief € 4.092,12 aan rente, bedroeg € 23.595,75 en diende door [gedaagde] te worden betaald als volgt:
- 36 gelijke maandelijkse termijnen van € 113,67 (de inleg, in totaal gelijk aan de verschuldigde rente), de eerste per 1 mei 2000 en de volgende telkens één maand later,
- een bedrag van € 45,38 (de eerste aflossingstermijn) op of omstreeks de 35ste maand,
- een bedrag ad € 19.458,25 (de restant hoofdsom) bij het einde van de overeenkomst.
e. Gedurende de looptijd van de overeenkomst heeft [gedaagde] de verschuldigde maandtermijnen voldaan.
f. Na het einde van de looptijd van de overeenkomst heeft Dexia het aandelen-pakket verkocht en aan [gedaagde] een eindafrekening toegestuurd. Volgens deze eindafrekening diende [gedaagde] nog een bedrag ad € 11.4643,68 (de zogenaamde restschuld) aan Dexia te voldoen.
g. [gedaagde] heeft deze restschuld niet voldaan.
h. Gedagtekend 3 mei 2000 hebben Dexia en [gedaagde] voorts een aandelenlease-overeenkomst gesloten met de naam "WinstVerDriedubbelaar", contractnummer 74486452 (hierna: de overeenkomst).
i. Op de overeenkomst zijn de Bijzondere Voorwaarden Effecten Lease (hierna: de Bijzondere Voorwaarden) van toepassing.
j. De overeenkomst had een looptijd van 36 maanden en hield het volgende in:
[gedaagde] leasde van Dexia drie pakketten aandelen (in de overeenkomst aangeduid als "de waarden") van telkens 24 aandelen ABN AMRO, 24 aandelen Ahold en 24 aandelen ING, waarvan het eerste pakket is aangekocht direct na totstandkoming van de overeenkomst, het tweede pakket 12 maanden later en het derde pakket 24 maanden later, voor een totaalbedrag van driemaal € 2.602,80 = € 7.808,40.
De totale leasesom, inclusief € 1.638,36 aan rente, bedroeg € 9.446,76 en diende door [gedaagde] te worden betaald als volgt:
- 36 gelijke maandelijkse termijnen van € 45,51 (de inleg, in totaal gelijk aan de verschuldigde rente), de eerste per 1 juni 2000 en de volgende telkens één maand later,
- een bedrag van € 45,38 (de eerste aflossingstermijn) op of omstreeks de 35ste maand,
- een bedrag ad € 7.763,02 (de restant hoofdsom) bij het einde van de overeenkomst.
k. Gedurende de looptijd van de overeenkomst heeft [gedaagde] de verschuldigde maandtermijnen voldaan.
l. Na het einde van de looptijd van de overeenkomst heeft Dexia het aandelen-pakket verkocht en aan [gedaagde] een eindafrekening toegestuurd. Volgens deze eindafrekening diende [gedaagde] nog een bedrag ad € 4.433,19 (de zogenaamde restschuld) aan Dexia te voldoen.
m. [gedaagde] heeft deze restschuld niet voldaan.