ECLI:NL:RBSGR:2005:AV0216

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
16 september 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
505525/05-59
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.P. Mulder
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens verkeersvoorschriften en gedoogbeleid

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage op 16 september 2005 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd op basis van de Wet Administratief rechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften (WAHV). Betrokkene, die in Alphen aan den Rijn woont, had een boete van € 45,= ontvangen voor het parkeren van zijn voertuig op een plek die volgens hem al sinds 1992 door de politie werd gedoogd. Betrokkene stelde dat er overleg gaande was tussen de Vereniging van Eigenaren en de gemeente om deze parkeerplek definitief te legaliseren.

Tijdens de zitting heeft de vertegenwoordiger van het openbaar ministerie bevestigd dat de beslissing om de boete op te leggen gehandhaafd bleef. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de omstandigheden die door betrokkene zijn aangevoerd, zoals het jarenlang gedogen door de politie en het overleg met de gemeente, voldoende aanleiding gaven om de boete te matigen tot nihil. Dit leidde tot de conclusie dat het beroep gegrond verklaard diende te worden.

De kantonrechter heeft bepaald dat betrokkene recht heeft op restitutie van het teveel betaalde bedrag van € 45,=. De uitspraak benadrukt het belang van het gedoogbeleid en de communicatie tussen de betrokken partijen, en hoe deze factoren invloed kunnen hebben op de handhaving van verkeersvoorschriften. De beslissing is genomen in het openbaar en is vastgelegd in het proces-verbaal van de zitting.

Uitspraak

RECHTBANK ’S-GRAVENHAGE
Sector kanton - locatie Alphen aan den Rijn
MB : 505525/05-59
CJIB.nr. : 78685898
Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van de Rechtbank ’s-Gravenhage, sector kanton - locatie Alphen aan den Rijn d.d. 16 september 2005, tevens houdende beschikking op het beroep.
Tegenwoordig: mr. J.P. Mulder, kantonrechter,
M.G.T. Kramer, vertegenwoordiger van het openbaar ministerie,
mr. N.F.H. van Eijk, griffier.
Ter terechtzitting voornoemd is [betrokkene], wonende te Alphen aan den Rijn, degene aan wie de administratieve sanctie als bedoeld in de Wet Administratief rechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften (WAHV) is opgelegd, nader ook te noemen betrokkene, en die schriftelijk in beroep is gekomen tegen de beslissing van de officier van justitie onder bovengenoemd CJIB-nummer, verschenen.
Betrokkene heeft conform artikel 11 WAHV zekerheid gesteld door tijdige betaling van het sanctiebedrag ad € 45,=.
De officier van justitie heeft een zaakoverzicht overgelegd.
Hier wordt verwezen naar de zich in het griffiedossier bevindende controlelijst, waarvan de inhoud als hier overgenomen wordt beschouwd.
De beoordeling
Betrokkene volhardt bij de inhoud van het beroepschrift.
De vertegenwoordiger van het openbaar ministerie volhardt bij de genomen beslissing.
De kantonrechter bevindt dat het beroep ontvankelijk is en overweegt als volgt: Betrokkene heeft – kort weergegeven – aangevoerd dat de plek waar het voertuig geparkeerd stond al vanaf 1992 gedoogd wordt door de politie. Voorts is de Vereniging van Eigenaren in overleg met de gemeente om die plek definitief te legaliseren als parkeerplaats.
De kantonrechter is van oordeel dat de overtreding door betrokkene is begaan. De omstandigheden die betrokkene aanvoert; het jarenlang gedogen door de politie, het overleg met de gemeente, de uiteindelijke goedkeuring van de gemeente om die plek te legaliseren en de beperkte noodzaak om in die straat streng te controleren, leiden tot het oordeel dat de boete dient te worden gematigd tot nihil, hetgeen de facto met zich brengt dat het beroep gegrond verklaard dient te worden.
Het bovenstaande brengt met zich mee dat betrokkene een bedrag van € 45,= teveel betaald heeft, hetgeen door het CJIB zal worden gerestitueerd.
De beslissing
De kantonrechter beslist als volgt:
verklaart het beroep gegrond.
bepaalt dat betrokkene aanspraak heeft op restitutie van hetgeen door betrokkene teveel in verband met het beroep is voldaan.
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter voornoemd en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 16 september 2005.
de griffier, de kantonrechter,
Bent u het met de beslissing op uw beroep niet eens, dan kunt u binnen zes weken na de
hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof te Leeuwarden, doch alleen indien:
- de bij deze beslissing opgelegde administratieve sanctie meer dan € 70,-- bedraagt of
- het beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat de zekerheid niet (tijdig) is gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij de Rechtbank ’s-Gravenhage, sector kanton –
locatie Alphen aan den Rijn, Postbus 130, 2400 AC Alphen aan den Rijn en dient door degene
die bij het kantongerecht beroep heeft ingesteld of door zijn gemachtigde te zijn ondertekend.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij in het beroepschrift
uitdrukkelijk om een zitting wordt gevraagd waarbij u uw standpunten mondeling wilt
toelichten.