ECLI:NL:RBSGR:2005:BI6426
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.A. Koppen
- Rechtspraak.nl
Uitleg van kortingsbepalingen in een mantelovereenkomst voor dienstverlening
In deze zaak vorderde de Staat der Nederlanden (Ministerie van Justitie) betaling van een bedrag van € 139.585,47 van de besloten vennootschap Business Process Innovation B.V. (rechtsopvolgster van Gyata Management Consulting B.V.) in het kader van een mantelovereenkomst voor dienstverlening op het terrein van Informatie- en Communicatietechnologie. De vordering was gebaseerd op een geschil over de uitleg van kortingsbepalingen in de offerteaanvraag. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende processtukken, waaronder de dagvaarding, de conclusie van antwoord, en het proces-verbaal van de comparitie van partijen. De kern van het geschil lag in de vraag of de korting op basis van de cumulatieve inhuur per jaar correct was berekend door Gyata, of dat de Staat een andere uitleg aan de kortingsbepalingen had moeten geven.
De rechtbank oordeelde dat de uitleg van Gyata, die stelde dat de korting volgens de 'schijvenmethode' had moeten worden berekend, de meest voor de hand liggende was. De rechtbank vond dat de Staat, als opsteller van de offerteaanvraag, verantwoordelijk was voor eventuele onduidelijkheden in de tekst. De rechtbank concludeerde dat Gyata redelijkerwijs mocht vertrouwen op de gangbare betekenis van de term 'staffelkorting' en dat de uitleg van de Staat niet houdbaar was. Hierdoor werd de vordering van de Staat afgewezen en werd de Staat in de proceskosten verwezen.
De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke contractuele bepalingen en de verantwoordelijkheden van partijen bij de uitleg van overeenkomsten. De rechtbank wees de vordering af en veroordeelde de Staat in de proceskosten, die tot aan deze uitspraak aan de zijde van gedaagde waren begroot op € 3.070,- aan griffierecht en € 2.842,- aan salaris van de procureur.