ECLI:NL:RBSGR:2006:AV9075
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens verzuim in betaling griffierecht
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door gemachtigde R.H. de Vries, beroep ingesteld bij de Rechtbank 's-Gravenhage op 16 april 2005. De rechtbank heeft vastgesteld dat het griffierecht van € 138,-- niet is betaald, ondanks een aanmaning die op 22 juni 2005 is verzonden. De gemachtigde van eiser bevond zich in voorlopige hechtenis, waardoor hij niet in staat was om zijn taken als gemachtigde uit te voeren. De rechtbank heeft geprobeerd het adres van eiser te achterhalen, maar alleen het correspondentieadres van de gemachtigde was bekend. Eiser was niet ingeschreven in de GBA, en er was geen contact gezocht met de rechtbank door eiser, de gemachtigde of diens raadsman. Hierdoor heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser in verzuim is geweest bij de betaling van het griffierecht.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) besloten het onderzoek te sluiten, omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. D.H. Hamburger en is openbaar uitgesproken op 21 maart 2006, in aanwezigheid van griffier K.A. Dos Santos. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank, zoals vermeld in artikel 8:55 Awb.