ECLI:NL:RBSGR:2006:AX4211
Rechtbank 's-Gravenhage
- Kort geding
- R.J. Paris
- Rechtspraak.nl
Vordering tot naleving van de Toescheidingsovereenkomst tussen Nederland en Suriname
In deze zaak vordert eiser, wonende te [woonplaats], dat gedaagde, de Staat der Nederlanden, ministerie van Buitenlandse Zaken, op straffe van een dwangsom wordt veroordeeld tot directe naleving van de Toescheidingsovereenkomst (TO) inzake nationaliteiten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname. Eiser stelt dat hij en zijn gezin worden getroffen door het optreden van gedaagde, die volgens eiser zijn toezichthoudende taak op het naleven van de TO niet uitvoert. Eiser voert aan dat de Surinaamse autoriteiten zich niet houden aan de bepalingen van artikel 5 van de TO, die rechten toekennen aan Nederlanders van Surinaamse afkomst. Eiser heeft een spoedeisend belang, omdat de onderhandelingen tussen Nederland en Suriname over de beëindiging van de TO in een stroomversnelling zijn geraakt.
De voorzieningenrechter overweegt dat de beëindiging van de TO enkel mogelijk is door middel van een nader te sluiten verdrag, waarvoor goedkeuring van de Staten-Generaal vereist is. De rechter concludeert dat gedaagde niet onrechtmatig handelt door zich bereid te tonen tot overleg over de beëindiging van de TO, aangezien dit een politieke afweging betreft. De rechter wijst de vorderingen van eiser af, omdat niet is aangetoond dat gedaagde onzorgvuldig heeft gehandeld of dat de rechten van eiser in strijd zijn met hogere rechtsregels. Eiser wordt veroordeeld in de kosten van het geding.
Het vonnis is gewezen door mr. R.J. Paris en uitgesproken ter openbare zitting op 2 februari 2006. De zaak betreft een kort geding, rolnummer KG 05/1626, en is geregistreerd onder ECLI:NL:RBSGR:2006:AX4211.