ECLI:NL:RBSGR:2006:AX4249
Rechtbank 's-Gravenhage
- Kort geding
- R.J. Paris
- Rechtspraak.nl
Vordering tot naleving van de Toescheidingsovereenkomst tussen Nederland en Suriname
In deze zaak vordert eiser, wonende te [woonplaats], dat gedaagde, de Staat der Nederlanden, ministerie van Buitenlandse Zaken, op straffe van een dwangsom wordt veroordeeld tot directe naleving van de Toescheidingsovereenkomst (TO) inzake nationaliteiten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname. Eiser stelt dat hij en zijn gezin rechtstreeks in hun belangen worden getroffen door het optreden van gedaagde, die volgens eiser zijn toezichthoudende taak op het naleven van de TO door Suriname niet uitvoert. Eiser voert aan dat de Surinaamse autoriteiten zich niet houden aan de bepalingen van artikel 5 van de TO, die rechten toekennen aan Nederlanders van Surinaamse afkomst. Eiser heeft een spoedeisend belang omdat de onderhandelingen tussen Nederland en Suriname over de beëindiging van de TO in een stroomversnelling zijn geraakt.
De voorzieningenrechter overweegt dat de TO een verdrag is dat door het Koninkrijk der Nederlanden is gesloten en dat beëindiging daarvan uitsluitend mogelijk is door middel van een nader te sluiten verdrag, waarvoor goedkeuring van de Staten-Generaal vereist is. De rechter concludeert dat gedaagde niet onrechtmatig handelt door zich bereid te tonen tot overleg over wijziging of beëindiging van de TO. De rechter wijst de vorderingen van eiser af en veroordeelt hem in de kosten van het geding, die zijn begroot op € 1.060,--.