ECLI:NL:RBSGR:2006:AX6854
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M. van de Poll
- A.W. Spee
- Rechtspraak.nl
Partneralimentatie en samenleving ex artikel 1:160 BW
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage op 21 februari 2006, gaat het om een verzoek van de man tot nihilstelling van zijn verplichting tot partneralimentatie. De man stelt dat de vrouw samenwoont met een ander, de heer [A], en dat deze samenleving gelijkgesteld kan worden aan een huwelijk volgens artikel 1:160 van het Burgerlijk Wetboek. De vrouw betwist dit en voert aan dat zij pas op 17 september 2005 de echtelijke woning heeft verlaten en dat er geen sprake is van samenwoning met de heer [A]. Tijdens de zitting zijn beide partijen, vergezeld door hun respectieve advocaten, verschenen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de man onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat de vrouw samenwoont met de heer [A] in de zin van artikel 1:160 BW. De rechtbank benadrukt dat voor de toepassing van dit artikel een duurzame affectieve relatie vereist is, wat niet enkel kan worden bewezen door het element 'samenwonen'. De rechtbank wijst het verzoek van de man af, evenals het verzoek van de vrouw om de man in de proceskosten te veroordelen. De rechtbank oordeelt dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt.
De beslissing van de rechtbank is dat het verzoek van de man tot nihilstelling van de alimentatie wordt afgewezen en dat de proceskosten door beide partijen zelf gedragen worden. Deze beschikking is gegeven door mr. J.M. van de Poll, bijgestaan door mr. A.W. Spee als griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.