ECLI:NL:RBSGR:2006:AX7090
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.P.F. Slijpen
- Rechtspraak.nl
Waardepeildatum en waardevaststelling van onroerende zaken onder de Wet waardering onroerende zaken
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage, staat de waardevaststelling van een onroerende zaak centraal, specifiek de waarde van een woning op de waardepeildatum. De eiser, gebruiker en genothebbende van de woning, heeft bezwaar gemaakt tegen de beschikking van de heffingsambtenaar van de gemeente, die de waarde van de woning per 1 januari 2003 heeft vastgesteld op € 311.000. Eiser betwist deze waardevaststelling en stelt dat de waarde van de woning op € 285.000 zou moeten worden vastgesteld. De rechtbank heeft op 5 januari 2006 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep van eiser ongegrond werd verklaard.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de waarde van de woning is bepaald op basis van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ). Eiser heeft aangevoerd dat de waarde niet alleen moet worden bepaald aan de hand van gerealiseerde verkoopprijzen van vergelijkbare objecten, maar ook aan de hand van niet verkochte panden. De rechtbank heeft deze grief verworpen, omdat de waarde van de woning op de waardepeildatum is vastgesteld op basis van relevante marktgegevens en vergelijkingsobjecten. De rechtbank oordeelt dat verweerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de woning op de waardepeildatum een waarde in het economische verkeer had van ten minste € 311.000.
De rechtbank heeft ook de grieven van eiser met betrekking tot de gegevensverstrekking door verweerder verworpen. De rechtbank concludeert dat verweerder zich heeft gehouden aan de wettelijke vereisten en dat de niet verstrekte gegevens niet relevant waren voor de beslechting van het geschil. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling en verklaart het beroep ongegrond.