ECLI:NL:RBSGR:2006:AY7260
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Tj. van Rij
- P.C. Stroebel
- Rechtspraak.nl
Waardepeildatum en taxatie van recreatiegrond in geschil
In deze zaak gaat het om de waardebepaling van een perceel recreatiegrond, gelegen aan de oever van de Drecht, op de waardepeildatum van 1 januari 2003. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verweerder, de heffingsambtenaar van de gemeente [P.], niet heeft voldaan aan de bewijslast om de vastgestelde waarde van € 76.000 te onderbouwen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het door verweerder overgelegde taxatierapport, opgemaakt door een WOZ-gecertificeerd taxateur, onvoldoende aanknopingspunten biedt om de waarde van het perceel te rechtvaardigen. Eiser, die het perceel in gebruik heeft, heeft betoogd dat de vergelijkingsobjecten die door verweerder zijn aangedragen, niet vergelijkbaar zijn met het perceel, omdat deze objecten zijn voorzien van bebouwing en andere voorzieningen die op het perceel niet aanwezig zijn en ook niet toegestaan zijn.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de aard en bestemming van het perceel enkel natuurgrond is, wat de gebruiksmogelijkheden aanzienlijk beperkt en daarmee de waarde drukt. De rechtbank heeft de waarde van het perceel vastgesteld op € 27.400, in plaats van de door verweerder voorgestelde waarde. De uitspraak op bezwaar van de gemeente is vernietigd en de aanslagen onroerende-zaakbelastingen zijn verminderd tot die berekend naar de nieuwe waarde. De rechtbank heeft ook de gemeente gelast het door eiser betaalde griffierecht te vergoeden. De uitspraak is gedaan op 3 mei 2006 en openbaar gemaakt door mr. Tj. van Rij, in aanwezigheid van griffier mr. P.C. Stroebel.