ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ1999
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- J. Timmermans
- A. Ferenschild
- M. Milders
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in moordzaak met onvoldoende bewijs
In de zaak van de verdachte, geboren in Suriname in 1981, heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 1 november 2006 uitspraak gedaan. De verdachte was beschuldigd van deelname aan moord, doodslag of zware mishandeling van een slachtoffer. De officier van justitie, mr. Baan, had een gevangenisstraf van drie jaar geëist, met aftrek van voorarrest, en de teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen gevorderd. De verdachte ontkende echter te weten wat er in de woning aan de [a-straat] was gebeurd, en haar verklaring werd bevestigd door beide medeverdachten. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor (voorwaardelijk) opzet van de verdachte op de tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft de verdachte daarom vrijgesproken van alle beschuldigingen. Tevens werd het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven en gelastte de rechtbank de teruggave van een inbeslaggenomen voorwerp aan de verdachte. Het vonnis is gewezen na meerdere zittingen, waarbij de verdachte bijgestaan werd door haar raadsman, mr. J.L. Oudshoorn.