ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ3122
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H. Ollermann
- P.C. Stroebel
- Rechtspraak.nl
Onterecht opgelegde tweede naheffingsaanslag parkeerbelasting zonder verplaatsing voertuig
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 10 november 2006 uitspraak gedaan over een geschil tussen eiser en de heffingsambtenaar van de gemeente Den Haag betreffende een naheffingsaanslag parkeerbelasting. Eiser ontving op 16 maart 2006 om 14.50 uur een eerste naheffingsaanslag, gevolgd door een tweede naheffingsaanslag om 16.39 uur voor hetzelfde voertuig, zonder dat het voertuig was verplaatst. De rechtbank oordeelde dat de tweede naheffingsaanslag onterecht was, omdat er sprake was van een aaneengesloten periode zoals bedoeld in artikel 234, zesde lid, van de Gemeentewet. Dit artikel stelt dat kosten voor een naheffingsaanslag niet vaker dan eenmaal per kalenderdag voor hetzelfde voertuig in rekening mogen worden gebracht. De rechtbank concludeerde dat de heffingsambtenaar niet bevoegd was om de kosten van de tweede naheffingsaanslag in rekening te brengen, aangezien de eerste aanslag nog steeds geldig was op het moment van de tweede. De omstandigheid dat de eerste naheffingsaanslag later werd vernietigd, deed hier niets aan af. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar en de tweede naheffingsaanslag, en gelastte de gemeente Den Haag het door eiser betaalde griffierecht van € 37 te vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste toepassing van de gemeentelijke regelgeving omtrent parkeerbelastingen en de bescherming van de rechten van de belastingplichtige.