Uitspraak
RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
.
1.De procedure
alleaanvragen voor tapmachtigingen van 2006 alsmede de op die aanvragen betrekking hebbende documenten ter beschikking te stellen.
Rechtbank 's-Gravenhage
In deze zaak, die op 8 oktober 2007 door de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage is behandeld, vorderde eiser, die zich in voorlopige hechtenis in het Verenigd Koninkrijk bevond, dat de Staat der Nederlanden verplicht werd om de aanvragen voor tapmachtigingen van februari en augustus 2006, alsmede de bijbehorende documenten, ter beschikking te stellen. Eiser was betrokken bij een strafzaak in Engeland, waarbij tapverslagen van zijn telefoonverkeer als bewijs werden gebruikt. De Britse autoriteiten hadden deze tapverslagen opgevraagd in het kader van hun onderzoek naar drugsdelicten. Eiser stelde dat hij recht had op inzage in de tapmachtigingen om te kunnen toetsen of de inmenging in zijn privacy rechtmatig was geweest, en beroept zich daarbij op de artikelen 8 en 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
De Staat der Nederlanden verweerde zich tegen de vordering en stelde dat de verzoeken tot wijziging van eis niet tijdig waren ingediend. De voorzieningenrechter oordeelde dat eiser niet eerder dan ter zitting een verzoek tot wijziging van eis had aangekondigd, en dat gedaagde zich niet had kunnen voorbereiden op deze wijziging. De voorzieningenrechter weigerde daarom de eiswijziging.
Vervolgens beoordeelde de rechter of gedaagde onrechtmatig handelde door de gevraagde documenten niet te verstrekken. De voorzieningenrechter concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de tapmachtigingen onrechtmatig waren verkregen, en dat de gedaagde niet onrechtmatig handelde door de gevraagde gegevens niet aan eiser te verstrekken. De vordering van eiser werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de kosten van het geding.