Uitspraak
1.De procedure
- het tussenvonnis van 23 mei 2007;
- de brief d.d. 26 juni 2007 van mr. Gosschalk-Davidson;
- de brief d.d. 27 juni 2007 van mr. J.G. Schnoor, met bijlagen;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 28 juni 2007;
- de conclusie na enquête aan de zijde van [eiseres] , met producties;
- de conclusie na enquête aan de zijde van [gedaagde] , met producties.
2.De verdere beoordeling
geen rechtsreeks antwoord gaf op vragen bij de anamnese bij de opname, maar dat er een stroom van woorden en zinnen kwam over allerlei onderwerpen”.De heer [A] heeft vanwege zijn (met de dementie verband houdende) agressieve gedrag vanaf 1 november tot
De oriëntatie in tijd en plaats is gestoord. Hij kent zijn eigen geboortedatum niet”.Echter hierbij is tevens vermeld “
Helder bewustzijn. Aandacht is goed te trekken en te behouden”,waaruit kan worden opgemaakt dat de heer [A] op dat moment nog in staat was tot begrip en communicatie.
een diep demente man. Er was geen verbaal contact mogelijk”. Ook getuige [getuige 3] spreekt in dezelfde zin waar zij over een bezoek op eerste kerstdag 2002 aan de heer [A] onder meer heeft verklaard: “
Hij gaf geen reactie, geen herkenning, geen gesprek, helemaal niets. (…) Hij keek je wel aan, maar er was geen blijk van herkenning”. Daartegenover staan echter de volgende gedeelten uit de verklaringen van de getuigen [getuige 2] en [getuige 4] :