ECLI:NL:RBSGR:2007:AZ7398
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.M.P.M. Weerdesteijn
- S.R. Jonkergouw
- Rechtspraak.nl
Prematuur besluitvorming bij afwijzing asielaanvraag en de mogelijkheid tot indienen zienswijze
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 31 januari 2007 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de afwijzing van een asielaanvraag door de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie. De eiser had op 20 juli 2005 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend, welke op 21 juli 2005 werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de Minister prematuur tot besluitvorming was overgegaan, omdat de eiser niet tijdig in de gelegenheid was gesteld om een zienswijze in te dienen. De rechtbank stelde vast dat het voornemen tot afwijzing op 7 juli 2005 aan de eiser was uitgereikt, met de mogelijkheid om binnen twee weken een zienswijze in te dienen. De rechtbank concludeerde dat de termijn voor het indienen van de zienswijze op 21 juli 2005 nog openstond op het moment dat het besluit op 20 juli 2005 werd bekendgemaakt. De rechtbank oordeelde dat de Minister de eiser had moeten wijzen op deze mogelijkheid, wat niet is gebeurd. Hierdoor was de procedure niet zorgvuldig verlopen, wat leidde tot de vernietiging van het bestreden besluit. De rechtbank heeft de Minister tevens veroordeeld in de proceskosten van de eiser, die op € 644,- zijn vastgesteld. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de procedure rondom asielaanvragen en de rechten van de aanvrager.