ECLI:NL:RBSGR:2007:BA2620
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Groeneveld-Stubbe
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herzieningsverzoek bijstand op grond van de Wet Werk en Bijstand
In deze zaak hebben eisers, [A.] en [B.], hun verzoek tot herziening van een eerder besluit tot intrekking van hun bijstandsrecht ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan de Rijn. Het oorspronkelijke besluit tot intrekking van de bijstand was genomen op 8 september 2005, nadat de bijstand op 11 juli 2005 was opgeschort. Eisers hebben op 7 november 2005 verzocht om herziening van dit besluit, maar dit verzoek werd op 22 november 2005 afgewezen. Het bezwaar tegen deze afwijzing werd op 28 februari 2006 ongegrond verklaard, waarna eisers beroep instelden. De rechtbank heeft de zaak op 8 maart 2007 behandeld.
De rechtbank oordeelde dat eisers geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden hadden aangedragen die een herziening van het besluit konden rechtvaardigen. Volgens artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het aan de aanvrager om nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden te vermelden bij een herhaalde aanvraag. Aangezien eisers dit niet hadden gedaan, kon het bestuursorgaan het verzoek zonder nader onderzoek afwijzen. De rechtbank concludeerde dat de vereenvoudigde afwijzing van het verzoek door verweerder terecht was gehandhaafd.
De rechtbank benadrukte dat eisers, ondanks dat zij mogelijk niet op de hoogte waren van het intrekkingsbesluit, tijdig bezwaar hadden kunnen maken. De gemachtigde van eisers had ervoor gekozen om een herzieningsverzoek in te dienen, wat niet de juiste procedure was. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de beslissing van verweerder. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending.