ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2660
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Meskers
- A. van Paridon
- J. Zuidema
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen verdere vervolging na uitlevering uit Brazilië
In deze beschikking van de Rechtbank 's-Gravenhage wordt het bezwaarschrift van de verdachte behandeld, die is uitgeleverd door de Braziliaanse autoriteiten. De verdachte is aangeklaagd voor meerdere zedenmisdrijven, maar de uitlevering vond plaats onder de voorwaarde dat hij niet vervolgd zou worden voor feiten gepleegd vóór de uitlevering. De rechtbank heeft op 3 april 2007 het bezwaarschrift in raadkamer behandeld, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat. De officier van justitie had eerder verzocht om de verdachte te vervolgen voor feiten die onder 6 en 7 op de kennisgeving van verdere vervolging zijn vermeld. De rechtbank oordeelt dat het bezwaarschrift gegrond is, omdat de officier van justitie ten tijde van de indiening van het bezwaarschrift niet tot vervolging was gerechtigd. Dit is gebaseerd op het specialiteitsbeginsel, dat stelt dat een uitgeleverd persoon niet kan worden vervolgd voor andere feiten dan waarvoor zijn uitlevering is toegestaan, zonder toestemming van de uitleverende staat. De rechtbank concludeert dat de gegrondheid van het bezwaarschrift niet betekent dat de verdachte buiten vervolging moet worden gesteld, omdat de officier van justitie in beginsel alsnog bevoegd kan worden tot vervolging na inwilliging van een aanvullend uitleveringsverzoek. De rechtbank verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging voor de feiten 6 en 7, zoals vermeld in de kennisgeving van verdere vervolging.