ECLI:NL:RBSGR:2007:BB3379
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de nationaliteit en identiteit van een asielzoeker op basis van taalanalyse en nationaliteitsverklaring
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 23 juli 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen een asielzoeker en de Staatssecretaris van Justitie. De eiser, geboren in 1983 en van Sierraleoonse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd. De aanvraag was eerder ingewilligd, maar de Staatssecretaris had de verlenging van de verblijfsvergunning afgewezen op basis van een taalanalyse die concludeerde dat eiser niet herleidbaar was tot de spraakgemeenschap van Sierra Leone. Eiser had een nationaliteitsverklaring overgelegd, afgegeven door de ambassade van Sierra Leone, maar verweerder betwistte de authenticiteit en de waarde van deze verklaring.
De rechtbank oordeelde dat de nationaliteitsverklaring, die een pasfoto en persoonsgegevens van eiser bevatte, voldeed aan de eisen van de Vreemdelingencirculaire 2000. De rechtbank stelde vast dat de authenticiteit van de verklaring niet door verweerder was betwist en dat de verklaring was afgegeven na onderzoek door de Sierra Leoonse consul. De rechtbank concludeerde dat de taalanalyse niet als bewijs kon dienen voor de nationaliteit van eiser, aangezien deze slechts de afkomst kan vaststellen. De rechtbank oordeelde dat verweerder zich niet op redelijke gronden kon baseren om de nationaliteit en identiteit van eiser te betwisten.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiser gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om opnieuw te beslissen met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser. Deze uitspraak biedt belangrijke inzichten in de beoordeling van nationaliteitsverklaringen en de rol van taalanalyses in asielprocedures.