ECLI:NL:RBSGR:2007:BB3451
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.P.F. Slijpen
- Rechtspraak.nl
Aftrekbaarheid van rente op inkomen uit box 1 in relatie tot aanmerkelijk belang
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage op 24 mei 2007, is in geschil of de rente van € 10.033 in aftrek kan worden gebracht op het inkomen uit box 1. Eiseres, die de besloten vennootschap [C] B.V. heeft opgericht, heeft deze rente opgevoerd als aftrekpost op haar belastbaar inkomen uit werk en woning voor het jaar 2002, dat zij heeft aangegeven op € 35.754. De inspecteur van de Belastingdienst, verweerder, heeft echter de aanslag opgelegd naar een belastbaar inkomen van € 47.803 en de rente niet in aftrek toegelaten, stellende dat deze rente niet aftrekbaar is op het inkomen uit box 1, maar op het belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2).
Tijdens de zitting op 10 mei 2007 is eiseres, noch haar gemachtigde, verschenen, ondanks een tijdige uitnodiging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitnodiging correct is verzonden en dat eiseres op de hoogte was van de zitting. De rechtbank heeft vervolgens de zaak inhoudelijk behandeld en geconcludeerd dat de rente van € 10.033 terecht niet in aftrek is toegelaten op het inkomen uit box 1. De rechtbank oordeelt dat de rente die is verschuldigd over een lening voor de volstorting van aandelen in een BV, waarin eiseres een aanmerkelijk belang heeft, behoort tot de kosten van reguliere voordelen uit aanmerkelijk belang, zoals bedoeld in de Wet inkomstenbelasting 2001.
De rechtbank heeft ook overwogen dat, voor zover de lening zou zijn aangewend voor investeringen door de BV, de rente onder bepaalde omstandigheden als kosten van overige werkzaamheden zou kunnen worden aangemerkt. Eiseres heeft echter niet aangetoond dat de lening daadwerkelijk voor deze doeleinden is aangewend. Gelet op deze overwegingen heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. J.P.F. Slijpen, in aanwezigheid van griffier H. van Lingen.