ECLI:NL:RBSGR:2007:BB3484
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Poustochkine
- A. Schaaf
- J. Steenhuis
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de voorlopige hechtenis van de beschuldigde in verband met moordzaken
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 13 september 2007 uitspraak gedaan over de beëindiging van de voorlopige hechtenis van de beschuldigde, die werd verdacht van deelname aan, dan wel aanstichting van, de opzettelijke en weloverwogen moorden op R.K., A.G.T. en/of S.A.O., evenals de pogingen daartoe op R.M. en/of E.R. y M. De rechtbank oordeelde dat de beschikbare bewijsstukken onvoldoende basis bieden voor de verdenking dat de beschuldigde, terwijl hij zich in Nederland bevond, deze misdrijven in nauwe samenwerking met de daders op de Filipijnen heeft gepleegd. De rechtbank concludeerde dat er geen ernstige vermoedens aanwezig zijn met betrekking tot de deelname aan de moorden of de aanstichting daarvan. De verklaringen van de weduwen en de scherpschutters, waar het Openbaar Ministerie zich op beroept, zijn niet concreet genoeg om te concluderen dat er sprake is van ernstige vermoedens. De rechtbank heeft het verzoek van het Openbaar Ministerie afgewezen en aanbevolen om de voorlopige hechtenis van de beschuldigde te beëindigen. De zaak werd behandeld in het kader van de strafrechtelijke sectie van de rechtbank, waarbij de beschuldigde op 7 september 2007 en zijn raadsman, evenals het Openbaar Ministerie, in camera zijn gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gronden voor de voorlopige hechtenis niet langer aanwezig zijn, waardoor de hechtenis met onmiddellijke ingang moet worden beëindigd.