ECLI:NL:RBSGR:2007:BB5777
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.R. Eggeraat
- Y.J. Wijnnobel-Van Erp
- A.H. Bergman
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van rechter op grond van vermeende vooringenomenheid
In deze zaak heeft verzoeker op 23 juli 2007 de Staat der Nederlanden gedagvaard, met als doel een kort geding te voeren. Tijdens de opening van de zitting op 27 augustus 2007 heeft verzoeker de voorzieningenrechter, mr. [A], gewraakt. Dit verzoek tot wraking is gedaan op basis van de stelling dat mr. [A] eerder een vonnis heeft gewezen dat volgens verzoeker een subjectieve schijn van vooringenomenheid met zich meebrengt. Verzoeker meent dat de rechter door zijn eerdere uitspraak in een vergelijkbare zaak niet meer onpartijdig kan oordelen in de huidige zaak, omdat hij al een oordeel heeft geveld over de relevante wetsbepalingen. De rechtbank heeft het wrakingsverzoek behandeld op 24 september 2007, waarbij verzoeker en zijn advocaat aanwezig waren. Mr. [A] heeft zijn standpunt uiteengezet en betoogd dat het niet mogelijk is om een rechter te wraken enkel op basis van een eerder gegeven rechtsoordeel. De rechtbank heeft overwogen dat verzoeker onvoldoende concrete feiten heeft aangedragen die de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd maken. De rechtbank concludeert dat elke zaak op zijn eigen merites beoordeeld moet worden en dat de vrees voor partijdigheid in dit geval niet is aangetoond. Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot wraking afgewezen, met de beslissing die op 8 oktober 2007 openbaar is uitgesproken.