ECLI:NL:RBSGR:2007:BB8476
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. van Rij
- U.A. Salomons
- Rechtspraak.nl
Verontreinigingsheffing en gebruik van onroerende zaak als bedrijfsruimte
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 5 september 2007 uitspraak gedaan in een geschil over verontreinigingsheffing. Eiser, eigenaar van een onroerende zaak, verhuurt verschillende kamers zonder sanitaire of keukenvoorzieningen. De heffingsambtenaar van het Hoogheemraadschap [te P] heeft aan eiser voorlopige aanslagen verontreinigingsheffing opgelegd voor de jaren 2005 en 2006, gebaseerd op een heffingsgrondslag van 6,0 vervuilingseenheden. Na bezwaar zijn deze aanslagen verminderd tot 3 vervuilingseenheden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser ten onrechte als gebruiker is aangemerkt, aangezien hij de onroerende zaak verhuurt. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verhuurde kamers niet als woonruimte kunnen worden aangemerkt, omdat de huurders niet beschikken over wezenlijke voorzieningen zoals een keuken of sanitaire voorzieningen. Hierdoor is de onroerende zaak terecht als bedrijfsruimte aangemerkt.
De rechtbank heeft verder overwogen dat volgens de Wet verontreiniging oppervlaktewateren degene die het gebruik heeft van een bedrijfsruimte aan verontreinigingsheffing kan worden onderworpen. Eiser is terecht in de heffing betrokken, omdat hij de kamers kortstondig verhuurt aan wisselende huurders. De rechtbank heeft de beroepen van eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. T. van Rij, in tegenwoordigheid van mr. U.A. Salomons, griffier.