ECLI:NL:RBSGR:2007:BB9403

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
5 december 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09-757438-07
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van der Burg
  • Schaaf
  • Hink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van verduistering door een werknemer van Media Markt

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 5 december 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplegen van verduistering. De verdachte, geboren in 1982, was werkzaam bij Media Markt en heeft samen met anderen gedurende een periode van meer dan een jaar een groot aantal goederen van het bedrijf verduisterd. Dit gebeurde door nieuwe goederen te verpakken in dozen die bestemd waren voor geretourneerde goederen, waarna deze door een mededader werden afgehaald en het filiaal verlieten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte misbruik heeft gemaakt van het vertrouwen dat Media Markt in hem had gesteld, wat leidde tot aanzienlijke financiële schade voor het bedrijf.

De rechtbank heeft in haar overwegingen de ernst van de feiten benadrukt, waaronder de lange duur van de verduistering en de grote schade die is veroorzaakt. De officier van justitie had een gevangenisstraf van twee maanden voorwaardelijk geëist, maar de rechtbank vond deze straf onvoldoende in het licht van de gepleegde feiten. Daarom werd een zwaardere straf opgelegd, bestaande uit een gevangenisstraf van 136 dagen, waarvan 120 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, en een taakstraf van 180 uur.

De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het voorlichtingsrapport van de Reclassering Nederland, dat adviseerde om een werkstraf op te leggen, en het feit dat de verdachte niet eerder voor een strafbaar feit was veroordeeld. De uitspraak werd gedaan na een onderzoek op de terechtzittingen van 19 en 21 november 2007, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsman. De rechtbank heeft de teruggave van inbeslaggenomen goederen aan Media Markt gelast en de bewaring van andere goederen ten behoeve van de rechthebbende.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE KAMER
(VERKORT VONNIS)
parketnummer 09/757438-07
's-Gravenhage, 5 december 2007
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte A],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982,
adres: [adres].
De terechtzitting.
Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 19 en 21 november 2007.
De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. I. van Straalen, advocaat te Den Haag, is ter terechtzitting van 19 november 2007 verschenen en gehoord.
De officier van justitie mr. I.W. Streefland-Brink heeft gevorderd dat de verdachte terzake van het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden, voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, alsmede tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis met aftrek van voorarrest. De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat de blijkens de lijst van inbeslaggenomen, niet teruggegeven voorwerpen - hierna te noemen beslaglijst, waarvan een fotokopie, gemerkt C, aan dit vonnis is gehecht - onder de verdachte inbeslaggenomen voorwerpen vermeld onder nummers 22 en 23, zullen worden geretourneerd aan Media Markt (filiaal [filiaal]).
De tenlastelegging.
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding, gemerkt A.
De bewijsmiddelen.
De rechtbank grondt haar overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist met de bewijsmiddelen, dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit vonnis zal worden gehecht.
De bewezenverklaring.
Door de voormelde inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen - elk daarvan, ook in zijn onderdelen, gebruikt voor het bewijs van datgene waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft - staan de daarin genoemde feiten en omstandigheden vast. Op grond daarvan is de rechtbank tot de overtuiging gekomen en acht zij wettig bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat de rechtbank bewezen acht - en als hier ingelast beschouwt, zulks met verbetering van eventueel in de tenlastelegging voorkomende type- en taalfouten, zoals weergegeven in de bewezenverklaring, door welke verbetering de verdachte niet in de verdediging is geschaad - de inhoud van de tenlastelegging, zoals deze is vermeld in de fotokopie daarvan, gemerkt B.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde en van de verdachte.
Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar.
De verdachte is deswege strafbaar, nu geen strafuitsluitingsgronden aannemelijk zijn geworden.
Strafmotivering.
Na te melden straffen zijn in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Voorts wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich samen met anderen in de bewezen verklaarde periode van ruim een jaar een groot aantal goederen, toebehorende aan Media Markt, toegeëigend. Daarbij heeft verdachte misbruik gemaakt van de dienstbetrekking die hij als medewerker van de service afdeling van Media Markt had. Verdachte verpakte nieuwe goederen van zijn dan wel andermans gading in dozen die bestemd waren voor geretourneerde goederen die gerepareerd dienden te worden. Deze dozen werden vervolgens door een mededader afgehaald en het filiaal uitgebracht. Na werktijd werden de aldus verkregen goederen onderling verdeeld. Door zo te handelen hebben verdachte en zijn mededaders op grove wijze misbruik gemaakt van het vertrouwen dat Media Markt in hem had gesteld. Ook hebben verdachte en zijn mededaders in het algemeen schade toegebracht aan het vertrouwen dat bedrijven - in het bijzonder bedrijven waarin de werknemers met waardevolle goederen werkzaam zijn - in hun medewerkers moeten mogen stellen. Verdachte heeft ernstige feiten gepleegd waarmee een hoog geldbedrag gemoeid was en waarbij is gehandeld vanuit een vooropgezet plan, grotendeels puur uit eigen financieel gewin.
De rechtbank heeft acht geslagen op het voorlichtingsrapport van de Reclassering Nederland d.d. 13 juli 2007, waarin wordt geadviseerd een werkstraf op te leggen. Voorts houdt de rechtbank rekening met het feit dat verdachte niet eerder voor een strafbaar feit is veroordeeld.
Naar het oordeel van de rechtbank komen de bovenomschreven ernst van het bewezen verklaarde - waaronder begrepen de lange duur van de periode waarin de verdachte goederen heeft verduisterd, alsmede de grote financiële schade die de verdachte aan zijn voormalige werkgever heeft toegebracht - en de door de rechtbank in aanmerking genomen omstandigheden onvoldoende tot uitdrukking in de door de officier van justitie gevorderde straf. Het is op deze grond dat de rechtbank de hierna te vermelden zwaardere straf zal opleggen dan door de officier van justitie gevorderd.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat een deels voorwaardelijke gevangenisstraf, zoals na te melden, een passende reactie vormt. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat tevens een onvoorwaardelijke taakstraf in de vorm van een werkstraf geboden is.
Inbeslaggenomen voorwerpen.
De rechtbank zal de teruggave aan Media Markt (filiaal [filiaal]) gelasten van het blijkens de beslaglijst inbeslaggenomen voorwerp genummerd 23.
Onvoldoende duidelijk is geworden aan wie het blijkens de beslaglijst inbeslaggenomen voorwerp genummerd 22, in eigendom toebehoort. De rechtbank zal, nu geen persoon als rechthebbende kan worden aangemerkt, de bewaring van dit voorwerp ten behoeve van de rechthebbende gelasten.
De toepasselijke wetsartikelen.
De op te leggen straffen is gegrond op de artikelen:
- 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47, 57, 321 en 322 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
Beslissing.
De rechtbank,
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
Medeplegen van verduistering door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft, meermalen gepleegd;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van ÉÉNHONDERDZESENDERTIG DAGEN;
bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
in verzekering gesteld op: 11 april 2007,
in voorlopige hechtenis gesteld op: 16 april 2007,
in vrijheid gesteld op: 27 april 2007;
bepaalt, dat een gedeelte van die straf, groot ÉÉNHONDERDTWINTIG DAGEN niet zal worden tenuitvoergelegd, zulks onder de algemene voorwaarde, dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op 2 jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
veroordeelt de verdachte tot:
een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van ÉÉNHONDERDTACHTIG UREN;
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de hem opgelegde taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van NEGENTIG DAGEN;
gelast de teruggave aan Media Markt (filiaal [filiaal]) van het blijkens de aan dit vonnis gehechte beslaglijst inbeslaggenomen voorwerp, genummerd 23;
gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van het blijkens de aan dit vonnis gehechte beslaglijst inbeslaggenomen voorwerp, genummerd 22;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mrs. Van der Burg, voorzitter,
Schaaf en Hink, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. Kleijne, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 5 december 2007.