ECLI:NL:RBSGR:2007:BC1442

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
19 december 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
KG 07-1492
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • R.J. Paris
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Staking executie en ontruiming na huurachterstand in kort geding

In deze zaak, die zich afspeelt in het civiele recht, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage op 19 december 2007 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en de stichting Megapro. [Eiser] huurt sinds 1992/1993 een bedrijfsruimte en woonruimte van Megapro. Er is een lange geschiedenis van juridische geschillen tussen partijen, waaronder de ontbinding van de huurovereenkomst door de kantonrechter te Leiden op 5 december 2007, waarbij [eiser] werd veroordeeld om het gehuurde binnen veertien dagen te ontruimen. [Eiser] vorderde in kort geding schorsing van deze ontruiming, stellende dat er geen huurachterstand was en dat de ontbinding van de huurovereenkomst onterecht was.

De voorzieningenrechter overwoog dat de kantonrechter terecht had geoordeeld dat er sprake was van een hardnekkige tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst door [eiser]. Ondanks de stelling van [eiser] dat hij bij was met de huurbetalingen, oordeelde de voorzieningenrechter dat dit niet betekende dat de tenuitvoerlegging van het vonnis van 5 december 2007 onaanvaardbaar was. De voorzieningenrechter wees erop dat Megapro niet kon worden gevergd [eiser] nog langer in het genot van het gehuurde te laten, gezien de eerdere betalingsproblemen van [eiser].

De voorzieningenrechter concludeerde dat [eiser] onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat er redenen waren om de ontruiming op te schorten. De vordering van [eiser] werd afgewezen en hij werd veroordeeld in de kosten van het geding, die op € 1.067,-- werden begroot. Dit vonnis werd uitgesproken in het openbaar, met de griffier aanwezig.

Uitspraak

RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
sector civiel recht - voorzieningenrechter
Vonnis in kort geding van 19 december 2007,
gewezen in de zaak met rolnummer KG 07/1492 van:
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
procureur mr. W.G.H. Janssen,
tegen:
de stichting Stichting Megapro,
gevestigd te Heemstede doch kantoorhoudende te 's-Gravenhage,
gedaagde,
procureur mr. A.G.A. van Rappard.
Partijen worden hierna aangeduid als "[eiser]"en "Megapro".
1. De feiten
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 14 december 2007 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
1.1. [eiser] huurt sedert 1992/1993 van (thans) Megapro de bedrijfsruimte en de daarboven gelegen woonruimte aan de [adres] te [woonplaats] (hierna: het gehuurde).
1.2. Tussen partijen is een lange reeks van procedures gevoerd over onder meer de juridische kwalificatie van het gehuurde, de door [eiser] gestelde onderhoudsgebreken met betrekking tot het gehuurde en de hoogte van de huurprijs.
1.3. De kantonrechter te Leiden heeft bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis van 5 december 2007 onder meer de huurovereenkomst tussen partijen met betrekking tot het gehuurde ontbonden alsmede [eiser] veroordeeld om het gehuurde binnen veertien dagen na betekening van het vonnis te ontruimen. De kantonrechter overweegt in conventie, voor zover thans van belang, het volgende:
“Nu vast staat dat [eiser] onmiddellijk na betaling van de achterstand, waartoe hij bij vonnis van 26 januari 2005 was veroordeeld, opnieuw in verzuim is geraakt met de tijdige betaling van de huurpenningen, is er sprake van een zo hardnekkige tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst dat van Megapro niet kan worden gevergd dat zij [eiser] nog langer in het genot van het gehuurde laat, ook niet indien [eiser] de thans vrij beperkte achterstand [een bedrag van € 2.257,85 per 1 oktober 2007, toevoeging voorzieningenrechter] alsnog zou voldoen. Een opschortingsrecht komt [eiser] niet toe omdat in 2004 en 2006 reeds onherroepelijk is beslist dat Megapro niet in verzuim is met betrekking tot de gestelde onderhoudsgebreken. Megapro heeft bovendien onweersproken gesteld dat [eiser] geen medewerking verleent aan herstelwerkzaamheden, indien al nodig. Gesteld noch gebleken is dat er zich nieuwe gebreken hebben voorgedaan. (...).
De hoogte van de huurachterstand is onvoldoende gemotiveerd betwist, [eiser] heeft wel een ongeordende stapel papier overgelegd, maar geeft niet aan wat hij daarmee beoogt te betogen of te bewijzen. Voor zover de kantonrechter kan nagaan heeft Megapro alle betalingen, waarvan dagafschriften zijn te vinden in die stapel, verwerkt in het opgegeven saldo.”
1.4. Megapro heeft [eiser] aangezegd het gehuurde per 20 december 2007 te ontruimen.
2. De vordering, de gronden daarvoor en het verweer
[eiser] vordert - zakelijk weergegeven - schorsing van de door Megapro aangezegde ontruiming van het gehuurde, totdat in hoger beroep over het vonnis van 5 december 2007 is beslist.
Daartoe voert [eiser] -samengevat - het volgende aan. De kantonrechter heeft ten onrechte de huurovereenkomst ontbonden. [eiser] is geheel afhankelijk van zijn bedrijf dat hij in het gehuurde exploiteert en is van mening dat het, bij een juiste afweging tussen de belangen van partijen, nimmer tot een ontbinding uitvoerbaar bij voorraad had mogen komen.
Megapro voert gemotiveerd verweer dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.
3. De beoordeling van het geschil
3.1. Volgens vaste rechtspraak kan in een executiegeschil (in kort geding) slechts een marginale toetsing worden aangelegd ten aanzien van de juistheid van de beslissing in de hoofdzaak. Uitgangspunt is de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van de partij, aan wie de vordering of het verzoek bij - zoals hier -uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis is toegewezen. Slechts indien Megapro geen in redelijkheid te respecteren belang bij de executie heeft kan de tenuitvoerlegging van het vonnis verboden worden. Hiervan kan sprake zijn indien het te executeren vonnis op een juridische of feitelijke misslag berust of indien na het vonnis voorgevallen of aan het licht gekomen feiten een noodtoestand doen ontstaan voor [eiser], waardoor onverwijlde tenuitvoerlegging niet aanvaardbaar is.
3.2. Ter onderbouwing van zijn stelling dat de aangezegde ontruiming thans moet worden opgeschort heeft [eiser] ten eerste aangevoerd dat meegewogen moet worden dat hij in de procedure voor de kantonrechter in persoon heeft geprocedeerd en dat dit (achteraf bezien) ten nadele van hem heeft gewerkt. Dit kan hem, wat hier ook van zij, in deze procedure echter niet baten. Het is immers voor zijn rekening en risico dat [eiser] zich om hem moverende redenen niet heeft (willen) laten bijstaan door een gemachtigde in de procedure voor de kantonrechter.
3.3. Voorts voert [eiser] aan dat er helemaal geen huurachterstand is (geweest). Dat de kantonrechter in dit kader ten onrechte geen acht zou hebben geslagen op het grote aantal door [eiser] gefaxte producties waaruit zou blijken dat er geen huurachterstand is, acht de voorzieningenrechter gezien hetgeen de kantonrechter heeft overwogen (zie punt 1.3) niet in hoge mate aannemelijk. Ook indien zou moeten worden aangenomen dat [eiser] de verschuldigde huur op een "depotrekening"heeft betaald, brengt dat nog niet zonder meer met zich dat er geen sprake is van een huurachterstand. Megapro kan immers niet (vrijelijk) beschikken over geld dat op deze "depotrekening"staat. Nu naar zijn zeggen [eiser] deze wijze van "betaling" van de huur heeft gekozen, heeft hij zelf de door hem gestelde "noodsituatie"doen ontstaan.
Dat [eiser] thans helemaal bij zou zijn met de betaling van de huurachterstand, brengt ook niet met zich dat de tenuitvoerlegging van het vonnis van 5 december 2007 onaanvaardbaar is. De kantonrechter heeft immers overwogen dat "van Megapro niet kan worden gevergd dat zij [eiser] nog langer in het genot van het gehuurde laat, ook niet indien [eiser] de thans vrij beperkte achterstand alsnog zou voldoen".
3.4. Ook aan de stelling van [eiser] dat er sprake zou zijn van twee huurovereenkomsten tussen partijen en dat niet duidelijk is welke huurovereenkomst van kracht is, wordt voorbijgegaan. Megapro heeft onbetwist aangevoerd dat in alle voorgaande procedures tussen partijen nooit onduidelijkheid is geweest welke huurovereenkomst tussen partijen van kracht is. Ook heeft Megapro onbetwist aangevoerd dat het door [eiser] in deze procedure gedane beroep op artikel 13 van "de huurovereenkomst" al in de procedure bij de kantonrechter aan de orde is geweest. Waarom dit punt desondanks in deze procedure van belang is heeft [eiser] niet nader onderbouwd.
3.5. Voor zover [eiser] nog heeft beoogd te stellen dat onverwijlde tenuitvoerlegging van het vonnis van 5 december 2007 onaanvaardbaar is, omdat partijen eigenlijk eerst nog om de tafel zouden moeten gaan zitten, kan hij hierin evenmin worden gevolgd. Met Megapro is de voorzieningenrechter van oordeel dat dit gezien de (proces)opstelling van [eiser] in het verleden thans een gepasseerd station is.
3.6. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat [eiser] onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat aan de onder 3.1 omschreven maatstaf is voldaan. De vordering zal dan ook worden afgewezen en [eiser] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
4. De beslissing
De voorzieningenrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt [eiser] in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van Megapro begroot op € 1.067,--, waarvan € 816,-- aan salaris procureur en € 251,-- aan griffierecht.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J. Paris en uitgesproken ter openbare zitting van 19 december 2007 in tegenwoordigheid van de griffier.
az