ECLI:NL:RBSGR:2007:BC6697
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aftrekbaarheid van rente op restantschuld na executoriale verkoop van een woning
In deze zaak heeft eiser in 1975 een woning gekocht met geleend geld. Door betalingsproblemen werd de woning in 1981 executoriaal verkocht. Na de verkoop resteerde er een substantieel bedrag aan restantschuld bij de bank. In 2004 heeft eiser een bedrag van € 10.000 betaald aan een incassobureau, wat partijen overeenkwamen als betaling van achterstallige rente. De rechtbank moest beoordelen of deze betaling aftrekbaar was van het inkomen uit werk en woning.
De rechtbank oordeelde dat de restantschuld na de executoriale verkoop niet langer betrekking had op een eigen woning. De rente op deze restantschuld viel niet onder de aftrekbare kosten van schulden volgens de belastingwetgeving. De rechtbank concludeerde dat de betaling van € 10.000 niet in mindering kon worden gebracht op het inkomen van eiser voor het jaar 2004.
De uitspraak van de rechtbank was dat het beroep van eiser ongegrond werd verklaard. De rechtbank zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan op 19 oktober 2007 door rechter G.J. van Leijenhorst, in aanwezigheid van griffier S. Kedar.