ECLI:NL:RBSGR:2007:BC9339
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. van Rij
- F. Mulder
- Rechtspraak.nl
Beoordeling zelfstandigheid bedrijfsruimte in relatie tot gebruikersbelasting
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage op 28 november 2007, staat de zelfstandigheid van een bedrijfsruimte centraal in het kader van de Wet WOZ. Eiseres, [X] B.V., heeft bezwaar gemaakt tegen de beschikking van de heffingsambtenaar van de gemeente [P] met betrekking tot de onroerende zaak, die bekend staat als [adres]. De heffingsambtenaar heeft aangetoond dat de bedrijfsruimte correct is afgebakend van de bovenwoning, en dat deze als zelfstandige onroerende zaak kan worden aangemerkt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de indeling van de ruimte doorslaggevend is voor de beoordeling van de zelfstandigheid, en dat de rechtsvorm van de gebruiker niet relevant is voor de belastingheffing over het jaar 2006.
Tijdens de zitting op 14 november 2007 is eiseres niet verschenen, ondanks een correcte uitnodiging. De rechtbank heeft geoordeeld dat de uitnodiging tijdig en op het juiste adres is aangeboden. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres, die stelde dat de bedrijfsruimte niet als zelfstandige onroerende zaak kan worden aangemerkt en dat de gebruikersbelasting willekeurig wordt geheven, gemotiveerd weerlegd. De rechtbank concludeert dat de gebruikersbelasting voor bedrijfsruimten terecht aan eiseres is opgelegd, aangezien zij op 1 januari 2006 de bedrijfsruimte gebruikte.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. T. van Rij, in aanwezigheid van mr. F. Mulder, griffier.