ECLI:NL:RBSGR:2007:BD2058
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.A. Koppen
- Rechtspraak.nl
Vordering tot veroordeling van de Staat tot uitgifte van vervangende mosselpercelen afgewezen
In deze zaak vorderde de eiseres, een mosselkweekbedrijf, de Staat der Nederlanden te veroordelen tot het uitgeven van vervangende mosselpercelen als compensatie voor verlies van productiecapaciteit door de aanleg van de Deltawerken. De eiseres stelde dat de Staat in strijd met het gelijkheidsbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel handelde door haar niet gelijk te behandelen met andere huurders van mosselpercelen. De rechtbank heeft de vordering afgewezen, waarbij zij oordeelde dat het beleid van de Staat om alleen blokken van percelen voor verplaatsing in aanmerking te laten komen niet onredelijk was. De rechtbank overwoog dat de eiseres geen aanspraak kon maken op gelijke behandeling met huurders van percelen die recentelijk waren aangelegd en dat de omstandigheden van de eiseres niet gelijk waren aan die van de andere huurders. De rechtbank concludeerde dat de vordering van de eiseres niet kon worden toegewezen en dat zij in de proceskosten werd veroordeeld.
De procedure begon met een dagvaarding op 26 april 2007, gevolgd door een conclusie van antwoord en een comparitie van partijen. De rechtbank heeft in haar beoordeling het interimbeleid van de Staat en de finale ronde van 1995 in aanmerking genomen, waarbij de eiseres eerder compensatie had ontvangen voor haar percelen. De rechtbank concludeerde dat de Staat zijn beleid op een rechtmatige wijze had toegepast en dat de eiseres niet in haar vordering kon worden ontvangen. De uitspraak werd gedaan op 12 december 2007.