ECLI:NL:RBSGR:2007:BD9746

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
14 juni 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
644138 \ CV EXPL 07-1211 (tussenvonnis)
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J. van der Windt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurprijsvermindering in verband met gebrekkig functionerend verwarmings- en ventilatiesysteem

In deze zaak, die voor de Rechtbank 's-Gravenhage werd behandeld, betreft het een huurgeschil tussen de besloten vennootschappen Techneco B.V. en Pendio B.V. Techneco vorderde een vermindering van de huurprijs op grond van een niet of gebrekkig functionerend verwarmings- en ventilatiesysteem in de gehuurde bedrijfsruimte. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 14 juni 2007 geoordeeld dat deskundigenoordeel noodzakelijk is om de werking van het systeem te beoordelen. Techneco heeft twijfels geuit over de deskundigheid van de door Pendio voorgestelde deskundige en heeft alternatieve deskundigen voorgesteld. De kantonrechter heeft besloten om ir. H. Brummel van Bouwtechnologie RDA BV als deskundige te benoemen, met de opdracht om binnen twee maanden na betaling van een voorschot van € 2.000,- een schriftelijk rapport uit te brengen. De deskundige zal de werking van het verwarmings- en ventilatiesysteem onderzoeken en de kantonrechter adviseren over de gestelde vragen. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling, waarbij de griffier de voortgang van de procedure in de gaten houdt. Dit tussenvonnis is een belangrijke stap in de procedure, waarbij de rechter de noodzaak van deskundigenonderzoek onderstreept en de partijen in de gelegenheid stelt om hun standpunten te verduidelijken.

Uitspraak

RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
Sector kanton - locatie Delft
JW/vR
rolnr 644138 \ CV EXPL 07-1211
14 juni 2007
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap Techneco B.V.,
gevestigd te Delft,
eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie,
gemachtigde: Dw. J.A. Pruijn,
tegen
de besloten vennootschap Pendio B.V.,
gevestigd te Delft,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
gemachtigde: mr. S.I. Soekarman.
Partijen worden aangeduid als Techneco en Pendio.
Procedure:
- Tussenvonnis van 15 maart 2007;
- conclusie van antwoord in reconventie, met producties;
- comparitie van partijen van 11 april 2007;
- akte aan de zijde van Pendio;
- rolbeschikking van 19 april 2007;
- akten aan de zijde van beide partijen.
Rechtsoverwegingen.
In conventie en in reconventie:
1. De kantonrechter neemt hier over hetgeen hij in zijn tussen partijen gewezen en op 15 maart 2007 uitgesproken vonnis heeft overwogen en beslist.
2. Zoals ter comparitie met partijen besproken is het voor de beoordeling van de wederzijdse geschillen aangewezen dat voorlichting door een deskundige wordt verkregen met betrekking tot de al dan niet correcte werking van het verwarmings- en ventilatiesysteem.
3. Pendio heeft ter zake bij akte ter rolle van 19 april 2007 een voorstel gedaan met betrekking tot de aan een deskundige te stellen vragen.
4. Bij rolbeschikking van diezelfde dag is haar verzocht aan te geven wie zij voorstelt om als deskundige te benoemen, alsmede wie naar naar haar mening het voorschot voor het honorarium van de deskundige zal dienen te betalen.
5. Bij akte ter rolle van 26 april 2007 heeft Pendio voorgesteld als deskundige te benoemen ir. H. Brummel, verbonden aan Bouwtechnologie RDA BV (onderdeel Bouwcentrum) te Rotterdam. Pendio acht het redelijk het voorschot op dit moment bij helfte tussen partijen te delen.
6. Bij akte ter rolle van 10 mei 2007 heeft Techneco geantwoord. Zij heeft daarbij aangegeven dat de deskundige in ieder geval deskundig dient te zijn op het gebied van het dimensioneren van warmtepompen en het is Techneco niet duidelijk of de door Pendio voorgestelde deskundige op dat gebied deskundigheid bezit. Zij twijfelt daaraan. Harerzijds heeft zij drie bedrijven genoemd die bedoelde deskundigheid bezitten en die als deskundige benoemd zouden kunnen worden.
Techneco heeft voorts een aantal vragen opgesteld welke aan de te benoemen deskundige kunnen worden voorgelegd. Techneco heeft verder met betrekking tot de door Pendio gestelde vragen 2, 4 en 5 enkele opmerkingen gemaakt en deze geherformuleerd.
Tenslotte heeft Techneco gemotiveerd aangegeven waarom volgens haar het voorschot voor het honorarium van de deskundige door Pendio zou moeten worden voldaan.
7. Met de door Pendio voorgestelde deskundige is door de griffier overlegd. Dit overleg heeft geleid tot de -door de kantonrechter onderschreven- conclusie, dat deze deskundige dan wel door hem in te schakelen collegae binnen het bedrijf Bouwtechnologie RDA BV de noodzakelijke deskundigheid bezitten. Deze deskundige zal daarom -nu andere bezwaren tegen zijn benoeming zijn gesteld noch gebleken- worden benoemd.
8. Gelet op de door partijen over en weer gedane voorstellen met betrekking tot de aan de deskundige te stellen vragen formuleert de kantonrechter de aan de deskundige te stellen vragen op na te melden wijze. Daarbij is zoveel als mogelijk de vraagstelling geobjectiveerd. Uitgangspunt dient immers te zijn of (het verwarmings- en ventilatiesysteem in) het gehuurde naar objectieve maatstaven voldoet aan de daaraan te stellen eisen
9. Alvorens met de werkzaamheden aan te vangen dient door Pendio op na te melden wijze een voorschot van € 2.000,- te worden voldaan aan de griffier. Pendio is immers als meest gerede partij aan te merken, nu zij zich beroept opschorting van de huurbetaling dan wel aanpassing (vermindering) van de huurprijs in verband met de door haar gestelde incorrecte werking van het verwarmings- en verntilatiesysteem..
10. Elke verder beslissing zal worden aangehouden.
Beslissing:
De kantonrechter:
1. benoemt de tot deskundige:
ir. H. Brummel, verbonden aan Bouwtechnologie RDA BV (onderdeel Bouwcentrum) te Rotterdam, Postbus 299, 3000 AG Rotterdam,
zulks teneinde uiterlijk 2 maanden na betaling van na te melden voorschot schriftelijk rapport en advies aan de kantonrechter uit te brengen met betrekking tot de navolgende vragen met betrekking tot het verwarmings- en ventilatiesysteem waarvan Pendio als huurder in de bedrijfsruimte [adres] te Delft gebruik maakt:
1.1 Is het (totaal-)systeem toereikend om de door Pendio gehuurde ruimte op voldoende wijze te verwarmen, waarbij de deskundige wordt verzocht aan te geven wat naar zijn oordeel op grond van algemene ervaringsregel in een kantoorruimte als de onderhavige de minimaal en maximaal te bereiken (constante) temperatuur dient te zijn?
1.2 Is er voldoende mogelijkheid om de door Pendio gehuurde ruimte al dan niet mechanisch te ventileren, waarbij de deskundige wordt verzocht aan te geven wat naar zijn oordeel op grond van algemene ervaringsregel in een kantoorruimte als de onderhavige de maximaal en minimaal toelaatbare (constante) temperatuur dient te zijn?
1.3 zo het (totaal-)systeem op enigerlei wijze niet toereikend is zoals hiervoor bedoeld, wat is dan de oorzaak daarvan en op welke wijze kunnen die oorzaken worden weggenomen?
1.4 is de door Techneco getroffen voorziening (ter beschikking gestelde kacheltjes) in de omstandigheden van het geval aan te merken als een redelijke oplossing voor de optredende problemen?
1.5 wenst de deskundige overigens nog opmerkingen te maken, die voor de beoordeling van de geschillen en/of een beter begrip daarvan mogelijk van belang kunnen zijn?
2. verstaat dat de deskundige zelfstandig het onderzoek verricht met inachtneming van het bepaalde in artikel 198 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering op grond waarvan hij partijen in de gelegenheid zal dienen te stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen. Uit het schriftelijk bericht van de deskundige moet van het vorenstaande blijken en moet van de inhoud van de opmerkingen en verzoeken melding worden gemaakt;
3. verstaat voorts dat de deskundige niet eerder met de werkzaamheden zal behoeven aan te vangen dan nadat door partij Pendio een bedrag van € 2.000,- bij wijze van voorschot is voldaan door overmaking op bankrekeningnummer [nummer] ten name van MvJ Arrondissement 's-Gravenhage vermelding van 'KD 07-1211: Techneco ca Pendio';
de griffier dient de deskundige van de betaling van het voorschot in kennis te stellen onder gelijktijdige toezending aan de deskundige van (een kopie) van het procesdossier;
4. verwijst deze zaak naar de rolzitting van donderdag 12 juli 2007 teneinde de griffier in de gelegenheid te stellen zich uit te laten met betrekking tot de voortgang van de procedure (betaling voorschot/ melding aan de deskundige/ in handen stellen van de gedingstukken);
5. houdt elke verdere beslissing aan.
Aldus gewezen door mr. J. van der Windt, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 juni 2007, in tegenwoordigheid van de griffier.