ECLI:NL:RBSGR:2008:BC1322
Rechtbank 's-Gravenhage
- Kort geding
- R.J. Paris
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de schorsing van een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst
In deze zaak, die op 7 januari 2008 door de Rechtbank 's-Gravenhage is behandeld, heeft eiser, werkzaam als assistent-makelaar, verzocht om schorsing van een concurrentiebeding dat hem verbiedt om na beëindiging van zijn dienstverband bij gedaagde, een jaar lang werkzaam te zijn bij een concurrent in de Duin- en Bollenstreek. Eiser stelt dat het concurrentiebeding hem te veel beperkt in zijn mogelijkheden om een andere dienstbetrekking aan te gaan, vooral omdat hij een aanzienlijk salarisverschil kan realiseren bij een nieuwe werkgever, [P.] Makelaars B.V. Gedaagde, een makelaarskantoor met meerdere vestigingen, heeft het concurrentiebeding ingeroepen en stelt dat het noodzakelijk is om haar bedrijfsbelangen te beschermen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat eiser door het ondertekenen van de arbeidsovereenkomst akkoord is gegaan met het concurrentiebeding en dat hij niet onder druk stond om deze overeenkomst te ondertekenen. Gedaagde heeft als belang aangevoerd dat zij haar bedrijfsdebiet wil beschermen, aangezien [P.] een directe concurrent is. Eiser heeft echter niet voldoende onderbouwd dat zijn belangen zwaarder wegen dan die van gedaagde. De voorzieningenrechter oordeelt dat het belang van gedaagde bij handhaving van het concurrentiebeding vooralsnog zwaarder weegt dan het belang van eiser bij schorsing of matiging daarvan.
De vorderingen van eiser worden afgewezen, en hij wordt veroordeeld in de proceskosten. De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat eiser geen recht heeft op een vergoeding op basis van artikel 7:653 lid 4 BW, omdat er geen sprake is van een ernstige belemmering in het vinden van een andere dienstbetrekking. Dit vonnis is uitgesproken in het openbaar, waarbij de kosten aan de zijde van gedaagde zijn begroot op € 1.067,--.