ECLI:NL:RBSGR:2008:BC2606
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- J.A. Westermann
- Rechtspraak.nl
Vordering tot nakoming van huurovereenkomsten en voorlopige voorziening
In deze zaak vorderen eisers, die zonder woonruimte dreigen te geraken, bij wijze van voorlopige voorziening de veroordeling van gedaagden tot nakoming van huurovereenkomsten door hen twee woonruimten ter beschikking te stellen. De kernvraag is of er in het najaar van 2007 duidelijke en onvoorwaardelijke toezeggingen zijn gedaan door gedaagden aan eisers, waardoor eisers er in redelijkheid op mochten vertrouwen dat zij per december huurders van de woonruimten zouden zijn. De rechtbank overweegt dat de getuigenverklaringen van eisers niet overtuigend zijn, aangezien er twijfels zijn over de authenticiteit en de inhoud ervan. Gedaagden hebben de vordering gemotiveerd bestreden en vorderen in reconventie de opheffing van het conservatoir beslag dat door eisers op de woonruimten is gelegd, omdat zij de woningen willen verkopen na groot onderhoud.
De rechtbank concludeert dat er te veel twijfel bestaat over de gang van zaken en dat het gevorderde niet voor toewijzing in aanmerking komt. De rechtbank wijst de vorderingen van eisers af en compenseert de proceskosten. De beslissing is genomen door de kantonrechter en openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier op 18 januari 2008. De rechtbank benadrukt dat de procedure niet bedoeld is voor een verklaring voor recht, wat de situatie verder complicaties met zich meebrengt. De mogelijkheid dat in een eventuele bodemprocedure anders wordt geoordeeld, wordt niet uitgesloten, maar voor nu is er onvoldoende basis om de vorderingen toe te wijzen.