ECLI:NL:RBSGR:2008:BC5713
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- K. Wentholt
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot detentie en uitzetting
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage op 8 februari 2008 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een Congolese nationaliteit, had bezwaar gemaakt tegen de beslissing van de Staatssecretaris van Justitie om zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning niet in behandeling te nemen. De voorzieningenrechter heeft de openbare behandeling van het verzoek op 25 januari 2008 gehouden, waarbij verzoeker werd vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. S.P. Mahabier. De Staatssecretaris van Justitie werd vertegenwoordigd door mr. J.P.M. Wuite.
Verzoeker had op 10 augustus 2007 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, maar deze was op 4 september 2007 niet in behandeling genomen. Verzoeker maakte bezwaar tegen deze beslissing en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat hij het bezwaar in Nederland kon afwachten. De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoeker onvoldoende had aangetoond dat hij het bezwaar niet in detentie of in zijn land van herkomst kon afwachten. Bovendien was er geen bewijs van uitzettingsbeletselen die de Staatssecretaris zouden beletten om handelingen ter voorbereiding van de uitzetting te verrichten.
De voorzieningenrechter concludeerde dat het verzoek om een voorlopige voorziening moest worden afgewezen, omdat verzoeker niet had aangetoond dat er een kansrijke aanvraag voor een verblijfsvergunning was gedaan. De enkele stelling dat verzoeker al lange tijd in Nederland verbleef en een kind en werkgever had, was onvoldoende om de belangen van verzoeker zwaarder te laten wegen dan die van de Staatssecretaris. De voorzieningenrechter wees het verzoek af en verklaarde dat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel openstond.