ECLI:NL:RBSGR:2008:BC7230

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
6 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
FA RK 07-6090 296703
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontheffing van het ouderlijk gezag voor minderjarige binnen Sikh-geloofsgemeenschap

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 6 maart 2008 uitspraak gedaan over een verzoek tot ontheffing van het ouderlijk gezag over een minderjarige, geboren in 2006. De ouders, die behoren tot de Sikh-geloofgemeenschap, hebben de minderjarige met de intentie verwekt om deze af te staan aan aspirant adoptiefouders, eveneens van dezelfde geloofsgemeenschap. Direct na de geboorte is de minderjarige bij de aspirant adoptiefouders gaan wonen. De ouders hebben geen bezwaar gemaakt tegen de ontheffing van het ouderlijk gezag en hebben een verklaring ondertekend waarin zij hun instemming met het verzoek van de raad voor de kinderbescherming hebben gegeven. Tijdens de zitting op 21 februari 2008, geleid door rechter-commissaris mr. P.D. Veenendaal, zijn de ouders en de aspirant adoptiefouders verschenen, evenals een vertegenwoordiger van de raad en een tolk.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van omstandigheden die ontheffing van het ouderlijk gezag rechtvaardigen, zoals bedoeld in artikel 1:266 van het Burgerlijk Wetboek. De ouders hebben hun standpunt tijdens de zitting gehandhaafd en de aspirant adoptiefouders hebben schriftelijk aangegeven bereid te zijn de voogdij over de minderjarige te aanvaarden. Gezien het feit dat de ouders zich niet verzetten tegen de ontheffing en het belang van de minderjarige niet in de weg staat aan de ontheffing, heeft de rechtbank besloten het verzoek van de raad toe te wijzen.

In de beslissing heeft de rechtbank de ouders ontheven van het ouderlijk gezag over de minderjarige en verklaard dat deze beschikking uitvoerbaar is bij voorraad. De rechtbank heeft de aspirant adoptiefouders benoemd tot voogden over de minderjarige. Deze uitspraak is gedaan in het kader van de sector familie- en jeugdrecht, meervoudige kamer, onder rekestnummer FA RK 07-6090 en zaaknummer 296703.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector familie- en jeugdrecht
Meervoudige Kamer
Ontheffing
rekestnummer: FA RK 07-6090
zaaknummer: 296703
datum beschikking: 6 maart 2008
BESCHIKKING op het op 8 oktober 2007 ingekomen verzoek van:
de raad voor de kinderbescherming, Regio [regio], Locatie [...] (hierna: de raad).
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
[de moeder],
hierna: de moeder,
wonende te [woonplaats],
procureur: --,
en
[de vader],
hierna: de vader
wonende te [woonplaats],
procureur: --,
en
[aspirant adoptiefouders],
hierna: de aspirant adoptiefouders,
wonende te [woonplaats],
procureur: --.
PROCEDURE
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift.
Op 21 februari 2008 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank door rechter-commissaris mr. P.D. Veenendaal behandeld. Hierbij zijn verschenen de moeder, de vader, de aspirant adoptief-ouders, alsmede mevrouw [A] namens de raad. Voorts is mevrouw [...] verschenen als tolk.
BEOORDELING
De moeder en de vader oefenen van rechtswege gezamenlijk het ouderlijk gezag over de minderjarige [minderjarige], geboren op [datum] 2006 te [woonplaats], uit.
De raad verzoekt de ouders te ontheffen van het ouderlijk gezag over de minderjarige. Ter onderbouwing van dit verzoek voert de raad het volgende aan. Zowel de ouders als de aspirant adoptiefouders behoren tot de Sikh-geloofsgemeenschap. Vanuit hun geloof en traditie is het gebruikelijk om naasten die kinderloos zijn te helpen. De ouders hebben de minderjarige dan ook bewust verwekt met de bedoeling deze af te staan aan de aspirant adoptiefouders.
De minderjarige is direct na zijn geboorte bij de aspirant adoptiefouders gaan wonen. Volgens de raad ontbreekt bij de ouders de wil om voor de minderjarige te zorgen. Hun uitdrukkelijke wens is immers de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige aan de aspirant adoptiefouders over te laten. De ouders zijn derhalve feitelijk ongeschikt c.q. onmachtig om hun plicht tot opvoeding en verzorging van de minderjarige te vervullen, aldus de raad.
Op grond van het vorenstaande - hetgeen niet is betwist - staat naar het oordeel van de rechtbank vast, dat er sprake is van omstandigheden als bedoeld in artikel 1:266 van het Burgerlijk Wetboek.
De moeder en de vader hebben een verklaring d.d. 14 mei 2007 ondertekend waaruit blijkt dat zij geen bezwaar hebben tegen de verzochte ontheffing. Ter terechtzitting hebben de ouders hun standpunt gehandhaafd.
De aspirant adoptiefouders hebben zich (schriftelijk) bereid verklaard de voogdij over de minderjarige te aanvaarden.
Nu de ouders zich niet verzetten tegen de verzochte ontheffing en voorts het belang van de minderjarige zich niet tegen de verzochte ontheffing verzet, zal de rechtbank het verzoek van de raad toewijzen.
BESLISSING
De rechtbank:
ontheft de moeder, [de moeder], en de vader, [de vader], wonende te ([adres], van het ouderlijk gezag over de minderjarige [minderjarige], geboren op [datum] 2006 te [plaats];
benoemt tot voogden over voormelde minderjarige:
de aspirant adoptiefouders, [aspirant adoptiefouders], wonende te [adres];
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gegeven door mrs. P.D. Veenendaal, M. van Loenhoud en J.A. van Steen, kinderrechters, bijgestaan door mr. L.F.A. Bos als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 maart 2008.