ECLI:NL:RBSGR:2008:BC7500
Rechtbank 's-Gravenhage
- Verzet
- S.M. Schothorst
- A. van der Wal
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen prematuur beroep inzake verblijfsvergunning asiel na vernietiging eerdere beschikkingen
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 3 maart 2008 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De zaak betreft een beroep van drie vreemdelingen, geboren op verschillende data en van Armeense nationaliteit, die in beroep gingen tegen het niet tijdig beslissen door de Staatssecretaris van Justitie op hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel. De rechtbank had eerder op 19 november 2007 geoordeeld dat het beroep prematuur was, omdat de beslistermijn van zes maanden na de vernietiging van eerdere beschikkingen op 10 april 2007 nog niet was verstreken. De vreemdelingen stelden echter dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat er geen sprake was van een prematuur beroep, aangezien de Staatssecretaris na de vernietiging van de eerdere beschikkingen geen nieuwe beslistermijn van zes maanden nodig had.
De rechtbank overwoog dat uit de Memorie van Toelichting bij artikel 8:72 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) blijkt dat het bestuursorgaan zo spoedig mogelijk een nieuwe beslissing moet nemen na vernietiging van een besluit. Indien de rechtbank geen termijn heeft gesteld voor het nemen van een nieuw besluit, kan de belanghebbende een beroep doen op het niet tijdig beslissen. De rechtbank concludeerde dat het bestuursorgaan niet telkens de termijn voor primaire besluitvorming kan hanteren na vernietiging van een besluit.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het verzet gegrond, waardoor de eerdere uitspraak van 19 november 2007 verviel en het onderzoek werd voortgezet in de stand waarin het zich bevond. De rechtbank benadrukte dat tegen deze uitspraak geen hoger beroep mogelijk is.