ECLI:NL:RBSGR:2008:BC8225
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.E.M.G. van Wezel
- W. van den Aardweg
- Rechtspraak.nl
Weigering voorlopige machtiging tot opname in psychiatrisch ziekenhuis op basis van onvoldoende gevaar
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 20 maart 2008 uitspraak gedaan over een verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een voorlopige machtiging voor opname in een psychiatrisch ziekenhuis op basis van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz). Het verzoek was ingediend naar aanleiding van zorgen over de geestelijke gezondheid van de betrokkene, die lijdt aan schizofrenie van het paranoïde type. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden zorgvuldig gewogen en geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was dat de betrokkene een gevaar voor zichzelf of anderen vormde. De rechtbank heeft daarbij gekeken naar de specifieke gevaargronden die waren aangevoerd, zoals zelfverwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, brandgevaar en agressie naar anderen.
De rechtbank overwoog dat, hoewel de betrokkene in een rommelige en vervuilde woning leeft, hij voldoende voor zichzelf zorgt op het gebied van voeding en dat zijn situatie al geruime tijd stabiel is. De rechtbank concludeerde dat er geen zichtbare dalende trend was in de maatschappelijke positie van de betrokkene en dat er geen reëel gevaar voor maatschappelijke teloorgang bestond. Wat betreft het brandgevaar en de agressie naar anderen, oordeelde de rechtbank dat er onvoldoende feiten waren die deze gevaren konden onderbouwen. De betrokkene had zich defensief opgesteld, maar er was geen bewijs dat hij daadwerkelijk een gevaar vormde voor zijn omgeving.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot het verlenen van de voorlopige machtiging afgewezen, omdat de ingrijpende maatregel van gedwongen opname niet gerechtvaardigd was op basis van de huidige feiten en omstandigheden. De rechtbank benadrukte dat de hulpverlening van Parnassia zal blijven volgen en dat er hoop is op nieuwe pogingen vanuit de familie om de betrokkene te motiveren voor behandeling. De rechtbank heeft de beschikking gegeven in het bijzijn van de griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting.