ECLI:NL:RBSGR:2008:BD5904
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaar tegen indicatiebesluit in het kader van ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage op 1 april 2008 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door verzoekster, die bezwaar had gemaakt tegen een indicatiebesluit van Bureau Jeugdzorg Haaglanden. De kinderrechter had eerder op 17 april 2007 de ondertoezichtstelling van de minderjarige verlengd tot 19 april 2008 en op 16 oktober 2007 de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 17 april 2008. Op 4 februari 2008 heeft Bureau Jeugdzorg een verzoek ingediend tot verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging uithuisplaatsing, ter effectuering van het indicatiebesluit van 22 januari 2008. Verzoekster heeft op 27 februari 2008 bezwaar gemaakt tegen dit indicatiebesluit en op 28 februari 2008 een verzoek tot voorlopige voorziening ingediend.
Tijdens de zitting op 1 april 2008 is het verzoek behandeld. De kinderrechter heeft beoordeeld of het bezwaar van verzoekster een redelijke kans van slagen had. Verzoekster stelde dat het indicatiebesluit ondeugdelijk tot stand was gekomen en onjuistheden bevatte, en vroeg om vernietiging van het besluit. Verweerster, Bureau Jeugdzorg, voerde aan dat indicatiebesluiten in samenhang met ondertoezichtstellingen zijn uitgezonderd van rechterlijke toetsing, waardoor het bezwaar geen kans van slagen had.
De kinderrechter concludeerde dat het bezwaar van verzoekster geen redelijke kans van slagen had en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af. De beschikking werd gegeven door mr. M. Dam en uitgesproken ter openbare terechtzitting, in aanwezigheid van griffier J.A. van Soest. De zaak betreft de toepassing van de Wet op de Jeugdzorg en de relevante bepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht.