ECLI:NL:RBSGR:2008:BD6435
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.H. Keuzenkamp
- Rechtspraak.nl
Uitzetting van vreemdeling met Chinese nationaliteit en voortduren van bewaring
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 27 juni 2008 uitspraak gedaan in een beroep tegen het voortduren van de bewaring van een vreemdeling van Chinese nationaliteit, die zich momenteel in een detentiecentrum in Alphen aan den Rijn bevindt. De vreemdeling, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. J.E. Runhaar, heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de Staatssecretaris van Justitie, vertegenwoordigd door mr. J.P. Guérain, om de bewaring voort te zetten. De rechtbank heeft in haar overwegingen verwezen naar een eerdere uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 13 juni 2008, waarin is vastgesteld dat de vreemdeling de rechtsplicht heeft om Nederland te verlaten en dat hij actieve medewerking moet verlenen aan het verkrijgen van de benodigde documenten voor zijn uitzetting.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vreemdeling geen actieve en volledige medewerking verleent aan het verkrijgen van de benodigde gegevens en documenten. Ondanks meerdere vertrekgesprekken, waarin de vreemdeling is geïnformeerd over het belang van het verstrekken van gegevens, heeft hij geweigerd om mee te werken aan het invullen van een aanvraag voor een laissez-passer. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de vreemdeling geen concrete feiten heeft aangedragen die zouden aantonen dat er in zijn geval geen reëel zicht op uitzetting naar China bestaat.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat, hoewel de bewaring inmiddels twee maanden heeft geduurd, er nog steeds zicht is op het vaststellen van de identiteit van de vreemdeling en het verkrijgen van de benodigde documenten voor zijn uitzetting. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.