ECLI:NL:RBSGR:2008:BD7242
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de vrijheidsontnemende maatregel en vertrekplicht van Chinese vreemdeling
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 24 juni 2008 uitspraak gedaan in een beroep van een Chinese vreemdeling tegen de voortduring van de vrijheidsontnemende maatregel. Eiser, die in het Detentiecentrum Noord-Holland verblijft, heeft aangevoerd dat er geen zicht is op uitzetting, aangezien de Chinese autoriteiten sinds mei 2007 geen laissez-passer (lp) meer verstrekken. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat dit niet betekent dat eiser niet aan zijn vertrekplicht kan voldoen. De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel er geen lp te verwachten is, eiser met behulp van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) alsnog aan zijn vertrekplicht kan voldoen. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar eerdere gevallen waarin vreemdelingen met hulp van de IOM naar China zijn teruggekeerd.
De rechtbank heeft de argumenten van eiser en verweerder tegen elkaar afgewogen. Eiser heeft gesteld dat verweerder onvoldoende voortvarend handelt en niet individueel rappelleert naar de voortgang van zijn lp-aanvraag. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat de stelling van eiser niet leidt tot de conclusie dat verweerder zijn vertrek onvoldoende faciliteert. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen gronden zijn om de voortzetting van de vrijheidsontnemende maatregel onrechtmatig te achten. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Deze uitspraak is gedaan door mr. R.H.G. Odink, voorzitter, en is bekendgemaakt op 24 juni 2008.