ECLI:NL:RBSGR:2008:BD9478
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.G.J. de Heij
- Rechtspraak.nl
Incidentiële vordering tot zekerheidsstelling in civiele procedure tussen Container Centralen c.s. en [A] c.s.
In deze civiele procedure, die diende voor de Rechtbank 's-Gravenhage, is op 30 juli 2008 vonnis gewezen in een incident betreffende een vordering tot zekerheidsstelling. De eiseressen, Container Centralen A.m.b.A., Container Centralen A/S, Variant Systemet A/S, Unisto GmbH en Stoba AG, hebben een incidentele vordering ingediend om zekerheid te stellen voor de proceskosten tot een bedrag van € 20.000. Dit verzoek is gedaan op basis van artikel 224 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), waarbij zij aanvoeren dat er bijzondere omstandigheden zijn die een afwijking van de standaardregels rechtvaardigen. De eiseressen stellen dat de gedaagden, [A] Beheer B.V. en [A] B.V., gevestigd in Nederland, inbreuk maken op hun intellectuele eigendomsrechten, waaronder Beneluxmerken en een Europees octrooi.
De rechtbank heeft de vordering tot zekerheidsstelling afgewezen. De rechtbank oordeelt dat op grond van het Haags Rechtsvorderingsverdrag geen verplichting tot het stellen van zekerheid kan worden opgelegd aan partijen die afkomstig zijn uit verdragsluitende staten, zoals Denemarken, Duitsland en Zwitserland, waar de eiseressen zijn gevestigd. De rechtbank concludeert dat de eiseressen als onderdanen van deze staten moeten worden aangemerkt en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een afwijking van de regels rechtvaardigen.
De beslissing over de proceskosten is aangehouden, en de rechtbank heeft bepaald dat de zaak op 10 september 2008 weer op de rol zal komen voor conclusie van antwoord. Dit vonnis is uitgesproken door mr. P.G.J. de Heij in aanwezigheid van de griffier mr. R.J. van Doornmalen.