RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
sector civiel recht - voorzieningenrechter
Vonnis in kort geding van 8 februari 2008,
gewezen in de zaak met rolnummer KG 07/1438 van:
de besloten vennootschap Geo Support Project B.V.,
gevestigd te Geldermalsen,
eiseres,
procureur mr. E. Grabandt,
advocaat mr. H. van der Perk te Deventer,
de gemeente Leidschendam-Voorburg,
zetelend te Leidschendam,
gedaagde,
procureur mr. W. Heemskerk,
advocaat mr. M. A. Jacobs te Rotterdam.
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 31 januari 2008 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
1.1. Op 29 augustus 2007 heeft gedaagde een aankondiging van een opdracht voor het verrichten van diensten gepubliceerd. Het betreft een Europese aanbesteding voor het verrichten van werkzaamheden die betrekking hebben op bezwaar- en beroepschriften inzake de Wet waardering onroerende zaken (WOZ). Als gunningscriterium geldt de meest voordelige aanbieding.
1.2. In de offerteaanvraag, behorende bij deze opdracht, staat vermeld dat het een openbare procedure betreft waarop het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (BAO) van toepassing is. Eveneens wordt in deze aanvraag vermeld dat de overeenkomst wordt aangegaan voor -kort gezegd- de periode van één jaar met een optie tot verlenging van twee maal één jaar.
1.3. In de offerteaanvraag staat in paragraaf 3.5 (gunningscriteria) onder meer vermeld dat de offertes worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:
1.4. Onder voormelde tabel staat als toelichting het volgende vermeld:
' Ad. Toelichting op de toetsing van de gegevens onder A1 en met A2.
De aanbieding worden vergeleken op basis van de geoffreerde kosten per perceel. De offerte met de laagste prijs krijgt het maximaal aantal punten. De overige aanbiedingen krijgen het maximaal te behalen punten verminderd met het percentage dat ze afwijken van de laagste aanbieding. Bijvoorbeeld de laagste aanbieding is € 400.000,=. Het maximaal te behalen punten per onderdeel is 10. De tweede aanbieding is € 450.000,=. Ten opzichte van de laagste aanbieding is de afwijking =som(450.000/400.000)-1= -11,11%. Nummer twee krijgt dan =som(10-(11,11%*-10))= 8,89 punten.
GB1. Plan van aanpak.
De aanbieder beschrijft in maximaal 1 A4 een plan van aanpak. Dit moet overeen komen met de genoemde eisen van de gemeente zoals vermeld in het plan van eisen. Hierbij moet rekening worden gehouden met planning, voortgang, inzet en uitvoering van de werkzaamheden. Voor dit onderdeel zijn maximaal 10 punten te verdienen.
GB2. Concept uitspraken
De aanbieder geeft een beschrijving van maximaal 1 A4 omtrent de werkwijze met betrekking tot het opstellen van concept uitspraken. Voor dit onderdeel zijn maximaal 10 punten te verdienen.
GB3. Verrichten bureautaxaties
De aanbieder geeft een beschrijving van maximaal 1 A4 omtrent de werkwijze met betrekking tot het verrichten van bureautaxaties. Voor dit onderdeel zijn maximaal 10 punten te verdienen.
GB4. Inpandige opnames
De aanbieder geeft een beschrijving van maximaal 1 A4 omtrent de werkwijze met betrekking tot inpandige opnames. Voor dit onderdeel zijn maximaal 10 punten te verdienen.
GB5. Uitpandige opnames
De aanbieder geeft een beschrijving van maximaal 1 A4 omtrent de werkwijze met betrekking tot uitpandige opnames. Voor dit onderdeel zijn maximaal 10 punten te verdienen.
GC1. Opstellen taxatierapport ten behoeve van de rechtbank
De aanbieder geeft een beschrijving van maximaal 1 A4 omtrent de werkwijze met betrekking tot het opstellen van taxatierapport ten behoeve van de rechtbank. Voor dit onderdeel zijn maximaal 10 punten te verdienen.
GC2. Opstellen concept verweerschrift
De aanbieder geeft een beschrijving van maximaal 1 A4 omtrent de werkwijze met betrekking tot het opstellen van het concept verweerschrift. Voor dit onderdeel zijn maximaal 10 punten te verdienen.
GC3. Opstellen compromisvoorstel
De aanbieder geeft een beschrijving van maximaal 1 A4 omtrent de werkwijze met betrekking tot het opstellen van een compromisvoorstel. Voor dit onderdeel zijn maximaal 10 punten te verdienen.'
1.5. Paragraaf 3.6 van de offerteaanvraag ziet op het beoordelingsteam van gedaagde. Vermeld staat dat voor de beoordeling van de offertes een multidisciplinair inkoopteam is samengesteld uit materiedeskundigen en
proces-/juridisch deskundigen.
1.6. Eiseres heeft haar offerte op 5 oktober 2007 ingediend. In totaal hebben acht partijen ingeschreven.
1.7. Bij brief van 15 november 2007 heeft gedaagde eiseres meegedeeld dat de opdracht niet aan haar zal worden gegund. Daarbij heeft zij bericht dat na een integrale beoordeling en een onderlinge vergelijking van alle uitgebrachte offertes de aanbieding van eiseres niet de economisch meest voordelige aanbieding is bevonden, alsmede dat zij voornemens is om de opdracht aan Atend Groep Nederland BV (hierna: Atend) te gunnen.
1.8. Nadat eiseres op 20 november 2007 om een nadere toelichting had gevraagd, heeft gedaagde bij brief van 26 november 2007 een vraag van eiseres om een nadere toelichting op de uitslag van de aanbesteding, met name de onderbouwing van de uitslag van de onderdelen B en C (Bezwaarschriften en Beroepschriften) als volgt beantwoord:
'Ten aanzien van de onderstaande onderdelen van bezwaar en beroep heeft u ten opzichte van de winnaar minder gescoord:
1. Onderdeel B (Bezwaarschriften): De volgende onderdelen ontbraken of vonden wij niet volledig onderbouwd:
- full-time inzet medewerkers
- planning voorgang werkzaamheden
- managementrapportage (geen inhoudelijke vermelding van managementgegevens)
- gebruik teksten taxateur
- omschrijving werkwijze taxateur bij verrichten bureautaxaties
- hoe te handelen wanneer geen bureautaxatie
- werkwijze uitpandige opname
- hoe te handelen wanneer geen uitpandige opname
2. Onderdeel C (Beroepsschriften). De volgende onderdelen ontbraken of vonden wij niet volledig onderbouwd:
- werkwijze taxateur opstellen taxatierapport
- controle onderbouwingen bij opstellen taxatierapport
- werkwijze compromisvoorstel
- werkwijze indien belanghebbende niet akkoord compromisvoorstel
- beschrijving compromisvoorstel'
1.9. Bij email van 27 november 2007 heeft gedaagde eiseres een overzicht doen toekomen van de door eiseres behaalde puntenscore. In dit overzicht staat de maximale score van eiseres vermeld met de bijbehorende punten voor de categorieën Kostenaspecten (4,96 punten), Bezwaarschriften (2,04 punten) en Beroepschriften (0,34 punten). De totaalscore vermeldt 7,34 punten.
2. De vordering, de gronden daarvoor en het verweer
Eiseres vordert -zakelijk weergegeven- primair gedaagde te verbieden om de voorgenomen gunning aan Atend door te zetten en gedaagde te gebieden om door middel van herbeoordeling de aan eiseres toegekende puntenaantallen te corrigeren en zo mogelijk de opdracht aan eiseres te gunnen. Subsidiair vordert eiseres gedaagde te verbieden om tot (definitieve) gunning over te gaan en gedaagde te gebieden deze aanbesteding te staken en gestaakt te houden.
Daartoe voert eiseres onder meer het volgende aan.
Gedaagde heeft jegens eiseres gehandeld in strijd met het transparantiebeginsel. Gedaagde heeft niet alleen de criteria zelf onjuist gehanteerd, ook de beoordelingssystematiek vertoont gebreken. Ten onrechte heeft gedaagde aan eiseres niet de maximale aantallen punten toegekend voor verschillende subcriteria. Dit is temeer van belang gelet op het zeer geringe verschil in punten tussen het aantal punten van de gegunde partij (7,39) en die van de op de tweede plaats geëindigde eiseres (7,34). Gedaagde heeft eveneens gehandeld in strijd met het door haar zelf gedefinieerde begrip 'beoordelen' nu zij de ingediende aanbieding kennelijk heeft beoordeeld met inachtneming van 'normen' die zij vooraf niet kenbaar heeft gemaakt.
Gedaagde voert gemotiveerd verweer dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.
3. De beoordeling van het geschil
3.1. Gedaagde heeft als verweer aangevoerd dat zij op juiste gronden (voorlopig) heeft gegund aan Atend en dat zij gewoon een bestaand criterium in het kader van de beoordeling heeft uitgewerkt en geïnterpreteerd. Volgens gedaagde komt haar in dit soort zaken een grote mate van beleidsvrijheid toe. Daarbij was het in de visie van gedaagde haar bedoeling om door middel van het vragen van een beschrijving, zoals hiervoor onder 1.4 vermeld, het aan de inschrijvers zelf over te laten op welke wijze zij invulling wilden geven aan de subgunningscriteria.
3.2. De klacht van eiseres met betrekking tot het niet toegekend krijgen van de maximale aantallen punten betreft met name de door gedaagde in haar brief van
26 november 2007 genoemde ontbrekende onderdelen of niet volledige onderbouwing in de offerte van eiseres.
3.3. Gedaagde heeft aangevoerd dat in de offerteaanvraag staat vermeld dat voor een snelle afdoening van de bezwaarschriften de voorkeur uitgaat naar een fulltime bezetting voor de bezwaarafhandeling. Eiseres heeft betoogd dat zij dit heeft mogen opvatten als een wens van gedaagde en niet als een eis waaraan beslist moest worden voldaan. Over de planning voortgang werkzaamheden heeft gedaagde naar de mening van eiseres evenmin een vereiste gesteld. Hierover heeft gedaagde ter zitting betoogd dat in de toelichting op het plan van aanpak (hiervoor vermeld onder 1.4) staat vermeld dat de inschrijver bij de beschrijving rekening dient te houden met 'planning, voortgang, inzet en uitvoering van de werkzaamheden'. Naar de mening van gedaagde heeft eiseres slechts in algemene bewoordingen aangegeven dat de bezwaarschriften uiterlijk 1 juli 2008 moesten worden teruggeleverd en hebben andere aanbieders meer specifieke en stapsgewijze planningen in hun offertes opgenomen. Geoordeeld wordt dat gedaagde vooralsnog niet onredelijk lijkt te handelen door een hoger puntenaantal toe te kennen aan een inschrijver met een bezetting die aan haar wens tegemoetkomt en die een meer specifieke planning/beschrijving offreert.
3.4. Ten aanzien van de overige (sub)criteria die eiseres in haar offerte naar de mening van gedaagde onvoldoende had onderbouwd geldt eveneens dat gedaagde door onderlinge vergelijking van de verschillende offertes tot een lagere of hogere puntentoekenning is gekomen en dat eiseres de beoordeling te subjectief vond. In dit verband heeft eiseres ter zitting betoogd dat haar beschrijving wellicht niet altijd even precies was, maar dat gedaagde er toch vanuit mocht gaan dat eiseres bij haar plan van aanpak op deskundige wijze te werk zou gaan. Geoordeeld wordt dat eiseres hiermee miskent dat voor alle inschrijvers in de onderhavige aanbesteding geldt dat van belang is dat in de offerte een presentatie wordt gegeven die gedaagde een zo volledig mogelijk beeld geeft van de mogelijkheden die de verschillende inschrijvers te bieden hebben.
3.5. Uit de toelichting op de tabel in de offerteaanvraag blijkt dat van de inschrijvers een beschrijving van de werkwijze op de verschillende onderdelen werd gevraagd. Blijkens de offerte van eiseres heeft zij ervoor gekozen om veelal in algemene termen een schets van haar werkwijze te geven. De stelling van eiseres dat zij niet anders kon handelen omdat vooraf bepaalde criteria niet bekend waren gemaakt door gedaagde, gaat er aan voorbij dat het juist de verantwoordelijkheid van eiseres was om zo goed mogelijk de open vragen van gedaagde te beantwoorden. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat gedaagde die open vragen in deze aanbesteding, zoals vermeld in voornoemde toelichting, niet mocht stellen of dat gedaagde gehouden was om meer specifieke criteria in de offerteaanvraag te vermelden waaraan de werkwijze van de inschrijvers zou moeten voldoen. In een aanbesteding als de onderhavige komt bij de beoordeling aan de aanbestedende dienst een grote mate van vrijheid toe. Dat gedaagde hierbij in deze zaak grenzen heeft overschreden, is niet aannemelijk gemaakt. Gesteld noch gebleken is overigens dat eiseres voor indiening van haar offerte vragen heeft gesteld over de betreffende open vragen. Gedaagde heeft er in dit verband terecht op gewezen dat zij mag uitgaan van behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijvers.
3.6. Gedaagde heeft onweersproken naar voren gebracht dat de offertes telkens door drie deskundigen onafhankelijk van elkaar zijn beoordeeld. Gezien deze wijze van beoordeling en mede gelet op het bovenoverwogene wordt voorshands geconcludeerd dat gedaagde bij haar beslissing in redelijkheid heeft gehandeld. Dat er in deze zaak, onder de omstandigheden als hiervoor besproken, sprake zou zijn van strijd met het transparantiebeginsel of anderszins strijd met de beginselen van het aanbestedingsrecht, is vooralsnog niet gebleken. Eiseres heeft uiterst subsidiair gesteld dat er nog een ander gebrek aan deze aanbesteding kleeft, te weten dat in de aankondiging is aangegeven dat de overeenkomst een vaste looptijd kent van 12 maanden en dat in de offerteaanvraag wordt vermeld dat het gaat om een looptijd van één jaar met een verlengingsmogelijkheid. Eiseres heeft haar stelling op dit punt, namelijk dat het niet is toegestaan om een korte looptijd te publiceren en vervolgens iets anders aan de markt te vragen, niet onderbouwd. Geoordeeld wordt dat het hier niet gaat om een tegenstrijdigheid maar om een nadere invulling.
3.7. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vordering zal worden afgewezen.
Eiseres zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
veroordeelt eiseres in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van gedaagde begroot op € 1.067,--, waarvan € 816,-- aan salaris procureur en € 251,-- aan griffierecht.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J. Paris en uitgesproken ter openbare zitting van 8 februari 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.