ECLI:NL:RBSGR:2008:BG5035
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Von Maltzahn
- Rechtspraak.nl
Vonnis in incident tot voeging en tussenkomst in effectenlease-zaak met betrekking tot WCAM-overeenkomst
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage op 21 oktober 2008 uitspraak gedaan in een incident tot voeging en tussenkomst. De eisende partij, [X-Y], wenste zich te voegen aan de zijde van haar echtgenoot, [X], in een geschil over een effectenlease-contract met Bank Labouchere N.V., dat later door Dexia Bank Nederland N.V. en vervolgens door Varde is overgenomen. De echtgenote beroept zich op de buitengerechtelijke vernietiging van de effectenlease-overeenkomst, die zij per brief van 20 februari 2006 zou hebben vernietigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat, na de algemeen verbindend verklaring van de WCAM-overeenkomst (Duisenberg-regeling) op 25 januari 2007, zowel de echtgenoot als de echtgenote geen opt-outverklaring hebben afgelegd, waardoor zij gebonden zijn aan de WCAM-overeenkomst.
De rechtbank heeft verder overwogen dat de 'Eega-brief', die door de echtgenote is afgelegd, niet binnen de daarvoor in de overeenkomst genoemde termijn door Dexia is ontvangen. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de vordering van [X-Y] om zich te voegen aan de zijde van [X] niet kan worden toegewezen. De kantonrechter heeft de vordering van [X-Y] afgewezen en haar in de kosten van de procedure veroordeeld. De zaak is vervolgens verwezen naar de terechtzitting van 18 november 2008 voor het nemen van de conclusie van repliek aan de zijde van Varde.
De uitspraak benadrukt de gevolgen van de WCAM-overeenkomst voor echtgenoten van contractanten en de noodzaak om tijdig een opt-outverklaring af te leggen om niet gebonden te zijn aan de collectieve regeling.