ECLI:NL:RBSGR:2008:BG6702

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
22 oktober 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
315228 - HA ZA 08-2224
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid in consumentenzaken en forumkeuze in algemene voorwaarden

In deze zaak, die voor de Rechtbank 's-Gravenhage diende, heeft de eiseres, Stijl 2000 B.V., een vordering ingesteld tegen de gedaagde, [X], met betrekking tot een overeenkomst voor de levering en montage van kunststof kozijnen. De eiseres vorderde primair dat [X] zou worden veroordeeld tot nakoming van de overeenkomst en tot betaling van een aanbetaling van € 29.447,59. Subsidiair vorderde zij betaling van annuleringskosten ter hoogte van € 12.269,83. De gedaagde heeft de exceptie van onbevoegdheid ingeroepen, stellende dat de algemene voorwaarden van Stijl 2000 niet van toepassing zijn en dat de rechtbank Haarlem bevoegd is, aangezien dit de rechtbank van zijn woonplaats is.

De rechtbank heeft ambtshalve de relatieve bevoegdheid beoordeeld, aangezien het hier gaat om een consumentenzaken. De rechtbank oordeelde dat de forumkeuze in de algemene voorwaarden niet kan worden tegengeworpen aan de consument, zoals bepaald in artikel 108 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Dit leidde tot de conclusie dat de rechtbank 's-Gravenhage onbevoegd is om van de vorderingen kennis te nemen. De rechtbank heeft de vordering van Stijl 2000 afgewezen en de zaak verwezen naar de rechtbank Haarlem voor verdere behandeling.

De beslissing van de rechtbank houdt in dat Stijl 2000, als in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten van het incident wordt veroordeeld. Dit vonnis is uitgesproken door mr. H. Wien op 22 oktober 2008, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 315228 / HA ZA 08-2224
Vonnis in het bevoegdheidsincident van 22 oktober 2008
in de zaak van
de besloten vennootschap
STIJL 2000 B.V.,
gevestigd te Nieuwkoop,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. J.P.W. van Bohemen,
tegen
[X],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in de hoofdzaak,
eiser in het incident,
advocaat mr. R.H. Kuiper.
Partijen zullen hierna ook 'Stijl 2000' en '[X]' worden genoemd.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 3 juli 2008, met vijf producties;
- de "conclusie van antwoord houdende exceptie van onbevoegdheid", met 10 producties;
- de incidentele conclusie van antwoord, met vier producties.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
2. In de hoofdzaak
2.1. Stijl 2000 vordert, zakelijk weergegeven:
a. primair: [X] te veroordelen tot nakoming van de "verleende opdracht aan eiseres met offertenummer [nummer]" en tot het doen van een aanbetaling aan Stijl 2000 van € 29.447,59;
b. subsidiair: [X] te veroordelen tot betaling aan Stijl 2000 van een bedrag van € 12.269,83 aan annuleringskosten;
met nevenvorderingen.
2.2. Stijl 2000 legt aan haar vorderingen - verkort en zakelijk weergegeven - het volgende ten grondslag. Op 13 juli 2006 heeft [X] een offerte met het hiervoor genoemde offertenummer ondertekend. Daardoor is tussen partijen een overeenkomst tot stand gekomen betreffende het leveren en monteren van kunststof kozijnen. [X] is nog steeds gehouden tot nakoming van die overeenkomst en tot betaling aan Stijl 2000 van een voorschot van € 29.447,59. Mocht dat anders zijn, dan dient [X] op grond van artikel 20 van de toepasselijke algemene verkoop-, leverings- en betalingsvoorwaarden van Stijl 2000 (hierna 'de algemene voorwaarden van Stijl 2000') in ieder geval een bedrag van € 12.269,83 aan annuleringskosten te betalen aan Stijl 2000. De bevoegdheid van deze rechtbank volgt uit artikel 27 van de algemene voorwaarden. Het bepaalde in artikel 6:236 sub n van het Burgerlijk Wetboek (BW), maakt dat niet anders. Onder meer in een fax van 25 oktober 2007 is aan [X] de mogelijkheid geboden om de zaak voor te leggen aan de rechtbank van zijn woonplaats. [X] heeft van die mogelijkheid echter geen gebruik gemaakt.
2.3. [X] heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
3. De beoordeling in het incident
3.1. [X] heeft voor alle weren de exceptie van onbevoegdheid ingeroepen. Daartoe heeft hij, kort gezegd, aangevoerd dat de algemene voorwaarden van Stijl 2000 om diverse redenen niet van toepassing zijn. Volgens [X] is daarom niet deze rechtbank bevoegd, maar de rechtbank Haarlem, omdat die rechtbank de in artikel 99 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bedoelde rechtbank van de woonplaats van de gedaagde is.
3.2. Stijl 2000 voert gemotiveerd verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
3.3. Tussen partijen is kennelijk niet in geschil dat Stijl 2000 een beroep of bedrijf uitoefent en dat [X] dat niet doet, mede gelet op hetgeen Stijl 2000 heeft betoogd in verband met artikel 6:236 sub n BW. Deze zaak moet daarom worden aangemerkt als een zaak als bedoeld in artikel 101 Rv, oftewel, kort gezegd, een consumentenzaak. In dergelijke zaken dient de rechter, op grond van het bepaalde in artikel 110 lid 1 Rv, ambtshalve te beoordelen of hij relatief bevoegd is.
3.4. De rechtbank dient daarom niet alleen acht te slaan op hetgeen [X] en Stijl 2000 in het kader van dit incident hebben aangevoerd, maar ook op de in artikel 108 lid 2 Rv gegeven regel, die er, kort samengevat, op neerkomt dat in een zaak als deze een vóór het ontstaan van het geschil (eventueel) gemaakte forumkeuze niet kan worden tegengeworpen aan de consument.
3.5. Reeds daarom kunnen de algemene voorwaarden van Stijl 2000 (in dit geval) niet leiden tot bevoegdheid van deze rechtbank. Er zal dus moeten worden teruggegrepen op de hoofdregel van artikel 99 Rv. Dit leidt tot bevoegdheid van de rechtbank Haarlem.
3.6. De incidentele vordering zal daarom worden toegewezen, op de wijze als hierna vermeld. Stijl 2000 zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten van het incident worden veroordeeld.
4. De beslissing
De rechtbank:
in het incident:
- verklaart zich onbevoegd om van de vorderingen in de hoofdzaak kennis te nemen;
- veroordeelt Stijl 2000 in de kosten van het incident, aan de zijde van [X] tot op heden begroot op € 452,-- aan salaris advocaat;
in de hoofdzaak:
- verwijst de zaak, in de stand waarin zij zich bevindt, naar de rechtbank Haarlem, sector civiel recht, teneinde verder te procederen.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Wien en in het openbaar uitgesproken op 22 oktober 2008, in tegenwoordigheid van de griffier.
type: jwo
coll: JvL