ECLI:NL:RBSGR:2008:BG9034
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.C. Dedel-van Walbeek
- G.H.I.J. Hage
- E.C. van Veen
- Rechtspraak.nl
Bezwaar tegen waardering van toegedeelde hoeveelheid water in landinrichting
In deze zaak heeft [A.] bezwaar gemaakt tegen de waardering van de toegedeelde hoeveelheid water in het kader van de landinrichting. De rechtbank 's-Gravenhage heeft op 26 november 2008 uitspraak gedaan in deze kwestie. [A.] is bedrijfsverplaatser en heeft in het verleden een overeenkomst gesloten met de Landinrichtingscommissie Herinrichting Driebruggen (Lic) voor de toedeling van kavels. In de overeenkomst was vastgelegd dat [A.] kavels met een totale oppervlakte van ongeveer 35 hectare zou ontvangen. Na verkoop van een perceel, bleef er een toedelingsaanspraak van ongeveer 33 hectare over. De Lic heeft uiteindelijk 30.03.35 hectare grond aan [A.] toegewezen, met een waarde van € 1.106.342. Bij een eerdere uitspraak van de rechtbank op 21 juni 2006 is bepaald dat de toedeling van grond aan [A.] zou worden vergroot met 1.67.25 hectare, ter compensatie van onderbedeling.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de akte van toedeling op 15 juni 2007 is ingeschreven en dat de inbreng van [A.] in de herinrichting is gesteld op 30.58.41 hectare. [A.] heeft een afrekening ontvangen met een verrekenpost voor overbedeling en een saldo van te betalen basiskosten. De Lic heeft de toegedeelde kavels vergeleken met de bedrijfskavels die [A.] vóór de bedrijfsverplaatsing in gebruik had, en niet met de tijdelijk in gebruik gegeven kavels. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van oppervlakteverkleining ten opzichte van de inbreng en dat het taxatierapport van [A.] op een onjuist uitgangspunt berust.
De rechtbank concludeert dat de waardering van de verkaveling door de Lic terecht is uitgevoerd en dat het bezwaar van [A.] ongegrond is. [A.] wordt als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 254,--. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 26 november 2008.