ECLI:NL:RBSGR:2008:BH3573
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M. Janse van Mantgem
- T.A.K. Jager
- Rechtspraak.nl
Weigering tewerkstellingsvergunning voor body-to-body massage als seksuele handeling
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 19 december 2008 uitspraak gedaan in een geschil over de weigering van een tewerkstellingsvergunning voor een masseuse die een body-to-body massage zou verrichten. De werkgever had op 4 december 2007 een aanvraag ingediend voor de tewerkstellingsvergunning voor de Roemeense werknemer, maar deze aanvraag werd op 3 april 2008 door de Centrale organisatie werk en inkomen (COWI) afgewezen. De werkgever maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. Hierop heeft de werkgever beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de body-to-body massage, waarbij de masseuse haar gehele lichaam gebruikt, valt onder de definitie van seksuele handelingen zoals beschreven in artikel 3 van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen. De rechtbank oordeelde dat de werkzaamheden van de masseuse, die ook seksuele handelingen kunnen omvatten, niet in het Nederlands belang zijn en dat de tewerkstellingsvergunning terecht is geweigerd. De rechtbank benadrukte dat er geen ruimte is voor een afweging van belangen, gezien het imperatieve karakter van de wetgeving.
De rechtbank verklaarde het beroep van de werkgever ongegrond en wees het verzoek om compensatie in de vorm van een tewerkstellingsvergunning af. De uitspraak werd gedaan door mr. J.M. Janse van Mantgem, rechter, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. T.A.K. Jager.