ECLI:NL:RBSGR:2008:BJ0359
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.F. Mewe
- J.H. van Berkel
- Rechtspraak.nl
Gezamenlijk gezag bij erkenning kind gedurende het huwelijk
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 31 december 2008 uitspraak gedaan over het gezamenlijk gezag van ouders over hun minderjarige kind. De zaak betreft een verzoek van de vader om de gewone verblijfplaats van de minderjarige te wijzigen, nu de moeder betwijfelt of zij gezamenlijk gezag uitoefenen. De ouders zijn op 19 juli 2002 gehuwd, maar dit huwelijk is op 28 december 2004 ontbonden. De minderjarige is op 5 augustus 2002 door de vader erkend, en verblijft sinds juni 2007 in een pleeggezin. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader, door de erkenning van het kind tijdens het huwelijk, van rechtswege gezamenlijk gezag heeft over de minderjarige, ondanks dat het kind niet tijdens het huwelijk is geboren. De rechtbank overweegt dat de wet bepaalt dat ouders gedurende hun huwelijk gezamenlijk gezag uitoefenen, en dat dit gezag ook van toepassing is na de echtscheiding, tenzij anders bepaald door de rechter. Aangezien er in de echtscheidingsbeschikking geen gezagsbeslissing is opgenomen, behouden de ouders het gezamenlijk gezag. De rechtbank heeft de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om een onderzoek te verrichten naar de situatie van de minderjarige en de behandeling van de zaak aangehouden tot 1 mei 2009. De rechtbank heeft benadrukt dat de beslissing over de verblijfplaats van de minderjarige in het belang van het kind moet worden genomen, en dat de Raad hierover moet rapporteren en adviseren.