Uitspraak
EXPLOITATIEMAATSCHAPPIJ DE KEIZERSBERG B.V.,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 17 december 2008;
- de akte van De Keizersberg van 11 februari 2009, met producties;
- de antwoordakte van Bonda van 8 april 2009.
2.De verdere beoordeling
allemogelijk in het product aanwezige stoffen (verontreinigingen) die een gebrek aan het product zouden kunnen opleveren. De rechtbank neemt met De Keizersberg aan dat dat inderdaad niet mogelijk is. Het beding onder G3 komt er dan op neer dat voor de aanwezigheid van die stoffen zal gelden dat het risico, dat na meer dan twee weken blijkt dat het product met de stof is verontreinigd, bij de koper wordt gelegd. Anders dan De Keizersberg stelt, is het verleggen van het risico voor een dergelijk verborgen gebrek echter niet als onredelijk bezwarend aan te merken.
3.De beslissing
getuigenwil leveren, het getuigenverhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van mr. P.A. de Heij in één van de zalen van het Paleis van Justitie aan de Prins Clauslaan nr. 60 te ’s-Gravenhage op
woensdag 23 september 2009om
14.00 uur;
binnen twee wekenna de datum van dit vonnis schriftelijk en gemotiveerd aan de rechtbank ter attentie van de roladministratie van de sector civiel - om een nadere dag- en uurbepaling dient te vragen onder opgave van de verhinderdata van alle partijen in de drie maanden volgend op genoemde datum;