ECLI:NL:RBSGR:2009:BH1495

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
22 januari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 08/8810 en 8811 BESLU, AWB 08/9000 en 9003 BESLU
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • C.C. de Rijke-Maas
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep en voorlopige voorziening tegen verkeersbesluit tot afsluiting van de Cornelis van Steenishof

In deze zaak hebben eisers, bewoners van de wijk Poelgeest, beroep ingesteld tegen een verkeersbesluit van de gemeente Oegstgeest, dat de Cornelis van Steenishof afsluit voor alle motorvoertuigen. De voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage heeft op 22 januari 2009 uitspraak gedaan. De eisers betogen dat de afsluiting hun bereikbaarheid en de waarde van hun woningen negatief beïnvloedt. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat eisers niet als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt, omdat zij op een te grote afstand van de afsluitingslocatie wonen en geen bijzonder, individueel belang hebben. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de woningen van eisers respectievelijk 800 en 380 meter van de afsluiting zijn gelegen, en dat de afsluiting geen invloed heeft op het aantal verkeersbewegingen in hun woonstraat. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard en de verzoeken om een voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter heeft daarbij verwezen naar eerdere jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin is bepaald dat voor verkeersbesluiten een specifiek belang vereist is. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de eisers niet in voldoende mate van andere weggebruikers te onderscheiden zijn en dat hun bezwaren terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector bestuursrecht
Reg.nrs.: AWB 08/8810 en 8811 BESLU, AWB 08/9000 en 9003 BESLU
UITSPRAAK als bedoeld in artikel 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
op de verzoeken om een voorlopige voorziening en op de beroepen van
[eiseres 1] en [eiser 2], wonende te [plaats], eisers,
ter zake van het besluit van 3 december 2008 van het college van burgemeester en wethouders van Oegstgeest, verweerder, houdende de niet-ontvankelijkverklaring van de bezwaren van eisers tegen het verkeersbesluit van 8 juli 2008, waarbij is besloten dat
I. Door het plaatsen van borden C12 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (hierna: RVV) de Cornelis van Steenishof ter hoogte van de achterpaden van de woningen aan de Hugo de Vrieslaan wordt afgesloten voor alle motorvoertuigen;
II. Dit besluit ongedaan zal worden gemaakt op het moment dat de autoverbinding tussen de Hugo de Vrieslaan en de Oegstgeesterweg gerealiseerd wordt;
III. In het geval de verbinding naar Oegstgeest over de Kwaakbrug afgesloten moet worden, voor de duur van de werkzaamheden de afsluiting ongedaan zal worden gemaakt. Onderdeel van dit besluit is tekening A-799 van 19 maart 2008, zoals gewijzigd op 24 juni 2008.
Eiseres [1] heeft bij brief van 7 december 2008 beroep ingesteld tegen het besluit van 3 december 2008 (AWB 08/8811 BESLU) en de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen (AWB 08/8810 BESLU).
Eiser [2] heeft bij brief van 15 december 2008 beroep ingesteld tegen het besluit van 3 december 2008 (AWB 08/9003 BESLU) en de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen (AWB 08/9000 BESLU).
De verzoeken zijn op 15 januari 2008 ter zitting behandeld.
Eisers zijn in persoon verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [A] en [B].
Ontstaan en loop van het geding
1. Op grond van de gedingstukken en het verhandelde ter zitting gaat de voorzieningenrechter uit van de volgende feiten en omstandigheden.
1.1 Eiseres [1] woont aan de [adres 1].
Eiser [2] woont aan de [adres 2].
1.2 Bij brief van 18 maart 2007 heeft verweerder het voornemen kenbaar gemaakt om de Cornelis van Steenishof ter hoogte van de Haarlemmertrekvaart af te sluiten voor alle motorvoertuigen.
1.2 Bij afzonderlijke brieven hebben diverse bewoners van de wijk Poelgeest, onder wie eiseres [1], hun zienswijze met betrekking tot het voorgenomen verkeersbesluit kenbaar gemaakt.
1.3 Bij besluit van 8 juli 2008, gepubliceerd op 16 juli 2008, heeft verweerder besloten tot de afsluiting van de Cornelis van Steenishof ter hoogte van de achterpaden van de Hugo de Vrieslaan voor al het gemotoriseerd verkeer.
1.4 Tegen dit besluit hebben eisers bij afzonderlijke brieven van 27 augustus 2008, ontvangen bij verweerder op 28 augustus 2008, bezwaar gemaakt.
1.5 Eisers zijn op 5 november 2008 gehoord ter zake van hun bezwaar.
1.6 Bij het thans bestreden besluit heeft verweerder, in navolging van het advies van de Vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften gemeente Oegstgeest van 20 november 2008, de bezwaren van eisers niet-ontvankelijk verklaard.
Beoordeling van het verzoek om een voorlopige voorziening
1. Ingevolge artikel 8:81 van de Awb kan, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
Op grond van het bepaalde in artikel 8:86 van de Awb kan de voorzieningenrechter, indien het verzoek om een voorlopige voorziening wordt gedaan indien beroep bij de rechtbank is ingesteld en de voorzieningenrechter van oordeel is dat na de zitting, bedoeld in artikel 8:83, eerste lid, van de Awb, nader onderzoek redelijkerwijs niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak, onmiddellijk uitspraak doen in de hoofdzaak. Er bestaat aanleiding om in dit geval van laatstgenoemde bevoegdheid gebruik te maken.
2. In het door verweerder aan het bestreden besluit ten grondslag gelegde advies is overwogen dat eiseres [1] woonachtig is op een afstand van ruim 800 meter van de locatie van de afsluiting en eiser [2] op een afstand van ongeveer 380 meter. Door de ligging van de woningen van eisers ten opzichte van de locatie waar het verkeersbesluit betrekking op heeft, het feit dat het verkeersbesluit geen invloed heeft op de waarde van de bezittingen van eisers en evenmin sprake is van invloed op het aantal verkeersbewegingen in de eigen woonstraat, is geen sprake van een voldoende specifiek belang.
3. Eisers betwisten dat geen sprake zou zijn van een specifiek belang. Door de afsluiting resteert één vrij toegankelijke auto-ontsluiting om hun woningen te kunnen bereiken. De enige resterende autoroute komt uit op de rotonde van de Abtspoelweg. Hieromtrent is in een rapport van Goudappel Coffeng van mei 2005 gesteld dat deze rotonde het verkeer uit de wijk niet kan verwerken. Door de onduidelijkheid van de tijdelijkheid van de afsluiting en het voornemen van de gemeente om door te gaan met bouwen in de wijk vóórdat er een alternatieve auto-ontsluiting kan worden gerealiseerd, worden zij getroffen in de bereikbaarheid van hun woningen. De slechte bereikbaarheid van de woning is tevens van invloed op de waarde van hun woningen.
4.1 Ingevolge artikel 8:1, eerste lid, gelezen in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, van de Awb, kan een belanghebbende tegen een besluit bezwaar maken.
4.2 Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
5.1 De voorzieningenrechter stelt in navolging van de vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (AbRS, hierna: de Afdeling) inzake verkeersbesluiten voorop dat het niet de bedoeling van de wetgever is geweest beroep open te stellen voor een ieder. Dat geldt met name voor verkeersbesluiten, waarbij de belangen van zeer velen kunnen zijn betrokken. Bij verkeersbesluiten dient dan ook van geval tot geval te worden onderzocht wiens belangen bij een dergelijk besluit rechtstreeks zijn betrokken. Degene die bezwaar wil maken tegen dergelijke besluiten moet een bijzonder, individueel belang hebben, waarin hij zich in voldoende mate van andere weggebruikers onderscheidt (zie onder meer: AbRS 13 maart 2002, AB 2002, 173 en AbRS 3 juli 1998, AB 1998, 332).
5.2 Eisers hebben ter zitting medegedeeld dat de verzoeken om een voorlopige voorziening alsmede de beroepen zijn ingediend op persoonlijke titel en niet mede namens andere wijkbewoners.
5.3 Niet in geschil is dat de woningen van eisers over de weg gemeten ten minste 380 meter en minimaal twee straten verwijderd zijn van de locatie van de afsluiting. Eiseres [1] heeft ter zitting nader verklaard dat in de wijk thans ongeveer 775 woningen zijn gebouwd en dat er uiteindelijk 1050 woningen zullen worden gerealiseerd.
Hiermee is voldoende komen vast te staan dat eisers op een te grote afstand van de desbetreffende locatie van afsluiting wonen en niet als (direct) omwonenden kunnen worden aangemerkt. Daarbij komt dat inmiddels een behoorlijk aantal bewoners woonachtig is in de wijk Poelgeest, zodat de wijk niet dusdanig klein te achten is dat eisers daaraan een bijzonder, individueel belang kunnen ontlenen. Derhalve kunnen eisers niet als belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Awb worden aangemerkt.
5.4 De omstandigheid dat eisers voorheen naast de route richting Oegstgeest via de Hugo de Vrieslaan, Hendrik Heukelsbrug en Lange Voort met de auto ook gebruik maakten van de thans afgesloten route via de Cornelis van Steenishof en de Kwaaklaan is ontoereikend voor het oordeel dat zij zich in voldoende mate van andere weggebruikers onderscheiden. Op grond hiervan is hun belang evenmin rechtstreeks bij het verkeersbesluit betrokken. De voorzieningenrechter verwijst daartoe naar de onder 5.1 genoemde uitspraken van de Afdeling.
5.5 Eisers hebben nog aangevoerd dat thans één ontsluitingsroute resteert en dat de slechte bereikbaarheid van hun woning van invloed is op de waarde van hun woning. Deze ontsluitingsroute loopt bovendien het gevaar geblokkeerd te raken. In de uitspraak van 14 september 2005 (AB 2007, 157) heeft de Afdeling geoordeeld dat de eigenaar van een pand belanghebbende is bij een verkeersbesluit indien de daarin vervatte maatregelen zijn eigendomsbelangen raken. Eisers hebben op geen enkele wijze onderbouwd dat het verkeersbesluit van invloed is geweest of zal zijn op de waarde van hun woning.
Verwezen wordt naar de uitspraak van de Afdeling van 14 december 2005 (www.rechtspraak.nl, LJN: AU7983). In het licht van deze uitspraak is de voorzieningen-rechter van oordeel dat niet aannemelijk is gemaakt dat de bereikbaarheid van de woningen van eisers verslechtert door het onderhavige verkeersbesluit. Daarbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat bij de opzet van de wijk de route via de Cornelis van Steenishof niet was bedoeld als een tweede ontsluitingsroute. Als hoofdroute richting Oegstgeest is voorzien in de ontsluiting via de Hugo de Vrieslaan. In een tweede ontsluitingsroute wordt in de toekomst voorzien in de vorm van een autoverbinding tussen de Hugo de Vrieslaan en de Oegstgeesterweg.
5.6 Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft verweerder het bezwaar van eisers terecht niet-ontvankelijk verklaard.
6. Nu nader onderzoek naar het oordeel van de voorzieningenrechter redelijkerwijs niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak, worden de beroepen met toepassing van Artikel 8:86 van de Awb ongegrond verklaard.
7. Gegeven de beslissing in de hoofdzaak is er geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 Awb.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage,
RECHT DOENDE:
1. verklaart de beroepen ongegrond;
2. wijst de verzoeken om een voorlopige voorziening af.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak, voor zover daarbij op het beroep is beslist, kan binnen zes weken na verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Aldus gegeven door mr. C.C. de Rijke-Maas, als voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken op 22 januari 2009, in tegenwoordigheid van A.J. Faasse - van Rossum, griffier.